Podcast: Download
Als mensen zijn we zeer gehecht aan onze vrije wil en onze onafhankelijkheid… maar er bestaan duistere invloeden waarvan we ons mogelijk niet bewust zijn. Wetenschappelijk schrijver Ed Yong legt in deze fascinerende, hilarische en verontrustende presentatie uit hoezeer parasieten de kunst van het manipuleren hebben geperfectioneerd. Beïnvloeden ze ons? Waarschijnlijk wel.
Vandaag bespreken we
Een kudde gnoes, een school vissen, een zwerm vogels. Veel dieren vormen grote groepen, die tot de mooiste spektakels in de natuur behoren. Maar waarom vormen deze groepen zich? Vaak luidt het antwoord: groepen zijn veiliger, ze jagen met de groep, of ze verzamelen zich om te paren. Hoewel deze verklaringen vaak kloppen, gaan ze uit van de aanname dat de dieren hun acties onder controle hebben, en controle over hun lichaam. En dat is vaak niet het geval.
Artemia, een pekelkreeftje, je kent ze waarschijnlijk beter als “Sea-Monkeys”, zijn klein en leven normaliter alleen, maar ze kunnen zich verzamelen in grote, rode zwermen, die zich meters wijd uitstrekken. Deze vormen zich vanwege een parasiet. Deze kreeftjes zijn geïnfecteerd door een lintworm. Een lintworm is een lange, levende darm met beneden geslachtsorganen en bovenaan een mond. Als freelance journalist kan ik me daar wat bij voorstellen. De lintworm steelt voedingsstoffen van het pekelkreeftje, maar doet ook andere dingen. Hij castreert het kreeftje. Hij verandert hun kleur van transparant naar bloedrood en hij laat ze langer leven. En zoals bioloog Nicolas Rode heeft ontdekt: hij zorgt ervoor dat ze in groepen gaan zwemmen. Waarom? Omdat de lintworm, net als veel andere parasieten, een gecompliceerde levenscyclus heeft, met veel verschillende gastheren. De kreeftjes zijn slechts één stap op zijn weg. Zijn eindbestemming is de Europese flamingo. De lintworm kan zich alleen voortplanten in de flamingo. Dus om daar te komen, manipuleert hij de kreeftjes zodat die opvallend gekleurde groepen vormen en een flamingo ze makkelijk kan zien en opeten. Dat is het geheim achter de Artemiazwermen. Ze zijn niet sociaal vanuit eigen wil, maar omdat ze bestuurd worden. Het is geen veiligheid in een groep, maar juist het tegenovergestelde. De lintworm kaapt hun hersenen en lichamen en verandert hen in een voertuig om zichzelf in een flamingo te krijgen.
Zo zijn er ook suïcidale krekels. Zo’n krekel heeft de larven van een Nematomorpha, ofwel paardehaarworm, ingeslikt. De worm is in de krekel volwassen geworden, maar kan zich enkel in water voortplanten. Daar komt hij in terecht door eiwitten af te geven die het brein van de krekel verwarren en zijn gedrag onvoorspelbaar wordt. Wanneer de krekel in de buurt van water komt, springt hij erin, verdrinkt en wurmt de worm zich uit zijn suïcidale lijk.
De lintworm en de paardehaarworm zijn niet de enigen. Ze behoren tot een hele stoet gedachten-controlerende parasieten: schimmels, virussen, wormen, insecten… allemaal gespecialiseerd in het ondermijnen en overwinnen van de vrije wil van hun gastheer. Ik raakte zo’n 20 jaar geleden bekend met deze levenswijze dankzij David Attenborough’s “Trials of Life”, en later door het prachtige boek “Parasite Rex” van Carl Zimmer. Sindsdien schrijf ik over deze wezens. Weinig biologische onderwerpen fascineren mij meer. Alsof de parasieten mijn brein hebben overgenomen. Ze zijn tenslotte onweerstaanbaar en geweldig macaber. Over parasieten schrijf je in termen als “levend opgegeten” en “uit zijn lichaam gebarsten”.
Maar het is meer dan alleen dat. Zoals elke schrijver ben ik verzot op verhalen. Parasieten nodigen ons uit verder te kijken dan voor de hand liggende verhalen. Hun wereld zit vol verhaalwendingen en onverwachte verklaringen. Waarom, bijvoorbeeld, begint een rups agressief te slingeren als er een ander insect in de buurt van de rups komt zelf of van de witte poppen waarover hij waakt? Beschermt hij zijn broers en zussen? Neen. Deze rups is aangevallen door een parasitaire wesp die eitjes in hem heeft gelegd. Direct uit het ei aten de jonge wespen de rups levend op, waarna ze uit zijn lichaam barstten. Zie je wat ik bedoel? Nu, de rups is niet dood. Sommige wespenlarven bleven achter en dwongen hem hun broers en zussen te beschermen, die aan het volgroeien zijn in die cocons. Die rups is een headbangende zombie-lijfwacht die het nageslacht van zijn eigen moordenaars beschermt!
Sommigen van jullie putten momenteel vast troost uit de gedachte dat deze wezens curiositeiten zijn, uitzonderingen. Die opvatting is begrijpelijk. Parasieten zijn immers erg klein en zitten een groot deel van de tijd in het lichaam van andere wezens. Ze zijn makkelijk over het hoofd te zien, maar dat betekent niet dat ze niet belangrijk zijn. Een paar jaar geleden nam Kevin Lafferty een groep wetenschappers mee naar drie Californische riviermondingen waar ze zo’n beetje alles maten, wogen, ontleedden en optekenden. Ze ontdekten er parasieten in overvloed. Ze vonden bijzonder veel zuigwormen. Minuscule wormpjes die hun gastheer castreren. Bijvoorbeeld een ongelukkige slak. Eén enkele zuigworm is microscopisch klein, maar gezamenlijk wogen ze evenveel als alle vissen in de riviermondingen en drie tot negen keer meer dan alle vogels. En herinner je je de paardehaarworm? Die van de krekels? De Japanse wetenschapper Takuya Sato ontdekte in een bepaald stroompje dat deze parasieten zoveel krekels en sprinkhanen het water in dreven dat de verdronken insecten zo’n 60% van het dieet van de lokale forel vormden. Manipulatie is geen curiositeit. Het is een essentieel onderdeel van de wereld om ons heen. Wetenschappers vonden honderden voorbeelden van dergelijke manipulators. En wat nog spannender is: ze beginnen te begrijpen hóe deze dieren hun gastheer beheersen.
De Ampulex compressa is een van mijn favoriete voorbeelden. De ‘kakkerlakkendoder’, en het is een universele waarheid dat een kakkerlakkendoder in het bezit van bevruchte eieren snakt naar een kakkerlak. Wanneer hij er een vindt, steekt hij hem met een angel die ook een tastorgaan is. Deze angel is uitgerust met kleine, gevoelige bultjes waarmee hij de textuur van een kakkerlakkenbrein kan voelen. Zoals iemand die blindelings iets zoekt in een tas, vindt hij het brein en injecteert zijn gif in twee specifieke groepen neuronen. De Israëlische wetenschappers Frederic Libersat en Ram Gal ontdekten dat het gif een zeer precies chemisch wapen is. Het doodt de kakkerlak niet en verdooft hem ook niet. De kakkerlak zou kunnen weglopen, of vliegen, of rennen, mocht hij dat verkiezen, maar hij verkiest dat niet omdat het gif hem de motivatie om te lopen ontneemt, en enkel dat. De wesp zet als het ware de ‘ontsnappen-van-gevaar’-optie in het besturingssysteem van de kakkerlak uit, waardoor ze in staat is om haar hulpeloze slachtoffer terug naar haar nest te leiden via zijn antennes, net als iemand die een hond uitlaat. Daar aangekomen legt ze er een eitje in, het eitje komt uit, eet de kakkerlak levend op en barst uit het lichaam, Bla, bla, bla, je kent het riedeltje.
Nu zou ik beweren dat na die steek de kakkerlak geen kakkerlak meer is. Hij is meer een verlengstuk van de wesp, zoals de krekel dat was van de paardehaarworm. Deze gastheren kunnen overleven en voortplanting wel vergeten. Ze hebben evenveel controle over hun lot als mijn auto. Zodra de parasieten binnen zijn, heeft de gastheer niets meer te zeggen.
Nu zijn mensen natuurlijk wel wat manipulatie gewend. Met drugs veranderen wij de chemie in onze hersenen en onze gemoedstoestanden. En ruzies, of advertenties, of grote ideeën zijn immers ook pogingen anderen te beïnvloeden. Maar onze pogingen zijn grof en klunzig vergeleken met de fijnmazige precisie van de parasieten. Don Draper mocht willen dat hij zo elegant en precies was als de kakkerlakkendoder. Volgens mij is dit deels wat parasieten zo sinister en boeiend maakt. Wij hechten zo sterk aan vrije wil en onafhankelijkheid dat het idee deze dingen te verliezen aan onzichtbare krachten onze diepste maatschappelijke angsten voedt. Orwelliaanse dystopieën, duistere complotten en gedachten-controlerende superschurken zijn de stijlfiguren van onze donkerste fictie. In de natuur speelt dit zich echter voortdurend af.
Dit roept een voor de hand liggende en zorgwekkende vraag op: zijn er donkere, sinistere parasieten die onze gedachten besturen zonder dat we dat weten, … afgezien van de NSA? Als die er inderdaad zijn – Staat er een rode stip op mijn voorhoofd?
Als die er zijn is Toxoplasma gondii, oftewel Toxo een goede kandidaad, want het angstaanjagende wezen verdient altijd een schattige bijnaam. Toxo infecteert een grote verscheidenheid aan zoogdieren, maar voortplanten lukt hem alleen in een kat. Wetenschappers als Joanne Webster hebben aangetoond dat een door Toxo geïnfecteerde rat of muis in een kat-zoekend projectiel verandert. Ruikt de geïnfecteerde rat de heerlijke geur van kattenpis, dan rent ze in de richting van de bron, in plaats van wijselijk de andere kant op. De kat eet de rat. Toxo heeft seks… een klassiek voorbeeld van Eten, Prooi, Beminnen.
Hoe bestuurt de parasiet zijn gastheer op deze manier? We weten het niet precies. We weten dat Toxo een enzym afgeeft dat dopamine aanmaakt, een stof die motiveert en beloont. Hij valt bepaalde delen van het knaagdierbrein aan, waaronder degene gelinkt aan seksuele opwinding. Maar hoe die puzzelstukjes samen passen, is niet direct duidelijk. Wel duidelijk is dat deze parasiet één enkele cel is. Hij heeft geen zenuwstelsel of bewustzijn, zelfs geen lichaam. Maar hij manipuleert een zoogdier? Wij zijn zoogdieren. Weliswaar intelligenter dan een simpele rat, maar ons brein heeft dezelfde basisstructuur, dezelfde soort cellen, dezelfde chemicaliën, en dezelfde parasieten. Schattingen variëren sterk, maar volgens sommige cijfers heeft een op drie mensen in de wereld Toxo in hun brein. Normaliter veroorzaakt dit geen duidelijke ziekte. De parasiet verblijft geruime tijd in een sluimertoestand. Maar er zijn ook aanwijzingen dat dragers van de parasiet lichtelijk anders scoren op persoonlijkheidstests dan andere mensen, ze wat eerder een auto-ongeluk krijgen, en er zijn ook aanwijzingen dat mensen met schizofrenie meer kans hebben geïnfecteerd te zijn. Ik vind dit bewijs nog niet overtuigend, en zelfs onder Toxo-onderzoekers is er onenigheid over of de parasiet ons gedrag echt kan beïnvloeden. Maar gezien de alomtegenwoordigheid van dit soort manipulaties, is het volstrekt onwaarschijnlijk dat de mens er als enige diersoort ongevoelig voor zou zijn.
Volgens mij is hun vermogen om onze manier van denken over de wereld te ondermijnen wat parasieten zo geweldig maakt. Ze sporen ons voortdurend aan de natuur anders te bekijken, en te vragen of waargenomen gedragingen — simpel en duidelijk of verbijsterend en onbegrijpelijk — in plaats van het resultaat van individuen die hun eigen keuzes maken, plaatsvinden onder invloed van iets anders. Dat idee is misschien verontrustend, en de gewoonten van parasieten weerzinwekkend, maar deze capaciteit om ons te verrassen maakt ze voor mij even wonderbaarlijk en charismatisch als een panda, vlinder of dolfijn.
Aan het einde van De oorsprong der soorten schrijft Charles Darwin over de grandeur van het leven, en de “oneindige stoet mooie en wonderbaarlijke vormen” en in mijn ogen kon hij makkelijk doelen op een lintworm die garnalen socialer maakt of een wesp die een kakkerlak uitlaat.
Maar misschien is het een parasiet die hier het woord doet.
De God van het Oude Testament is zonder enige twijfel het meest onaangename personage in de wereld van de fictie: hij is jaloers en is daar trots op; een kleinzerige, onrechtvaardige, niet-vergevingsgezinde controlefreak; een wraakzuchtige, bloeddorstige etnisch-zuiveraar; een vrouwenhatende, homofobe, racistische, kindermoordende, irritante, megalomaniakale, sadomasochistische, wispelturige en kwaadwillige bullebak.
Via deze link kan je tickets bestellen voor Het Denkgelag van 26 januari 2015.
Wees de eerste om te reageren