Podcast: Download
In deze aflevering bespreken we wat een nulhypothese is en waarom die belangrijk is bij wetenschappelijk onderzoek. Ook vertellen we wat de 10 geboden van Bertrand Russell waren. Ze lijken niet zoveel op die van Mozes.
In het hart van de wetenschappelijke methode zit het proces van toetsen van hypothesen. Gegeven een waarneembaar fenomeen in de wereld zal een wetenschapper een hypothese bouwen die dat fenomeen probeert te verklaren. Hypothese-testen wordt gebruikt door farmaceutische bedrijven om na te gaan of een geneesmiddel effectief is tegen een bepaalde ziekte; door neurowetenschappers om te bepalen of op neuroplasticiteit gebaseerde therapie patiënten met een beroerte helpt; door reclamebedrijven om te beslissen of een nieuwe campagne de moeite waard is; en ga zo maar door. De manier waarop het testen van hypothesen werkt, is door het opzetten van twee tegengestelde hypothesen. Eén, de ‘nulhypothese’, is de referentie of basishypothese. Als de nulhypothese ondersteund wordt, is er niets bijzonders aan de hand, de factor in het onderzoek heeft geen verklarende kracht, het geneesmiddel dat wordt getest heeft geen effect, de reclamecampagne werkt niet. Maar laat u niet misleiden – deze hypothese is cruciaal. In werkelijkheid is het de enige hypothese die daadwerkelijk wordt getest. De andere kant van de medaille is de alternatieve hypothese: de interessante en uitdagende mededinger, de hypothese die kan leiden tot nieuwe ontdekkingen, besluiten en vooruitgang: het geneesmiddel dat wordt getest, werkt wel, de reclamecampagne is een hit.
Een voorbeeld: Slaapstudie
Neem de fictieve personages dr. Nool en dr. Altman, twee onderzoekers die slaapstoornissen onderzoeken. Op een nacht valt dr. Altman in slaap op zijn bank na het eten van een appel. De volgende ochtend klopt hij op de deur van dr. Nool en vraagt: “Zou het kunnen dat appels helpen tegen slapeloosheid?” Om van deze eenvoudige vraag iets te maken dat wetenschappelijk waardevol is, komen de artsen met de volgende hypothesen:
- Nulhypothese: het eten van appels verbetert de kwaliteit van de slaap niet.
- Alternatieve hypothese: het eten van appels verbetert de kwaliteit van de slaap.
Een eenvoudige test zou erin bestaan patiënten met slaapstoornis willekeurig in twee groepen op te splitsen. Patiënten in groep A (voor ‘appel’) wordt gevraagd om gedurende een bepaalde periode na het diner een appel te eten, terwijl patiënten in groep C (voor ‘controle’) wordt gevraagd om een andere vrucht dan een appel te eten. Let op het belang van het specifieke van de hypothesen. De vraag was of appels en niet fruit in het algemeen kunnen worden gebruikt om slaapstoornissen aan te pakken. Bijgevolg moeten we er voor zorgen dat de twee groepen alleen verschillen in de onderzochte factor (de effecten van een appel eten).
Steekproefgrootte
Hypothesen testen is in wezen een statistische procedure waarmee je waarschijnlijkheden berekent. Het is gemakkelijk om in te zien dat het gebruik van een grote steekproef een cruciaal aspect van een test is. Stel je voor dat er in ons appelonderzoek slechts vier patiënten zijn in elke groep. Drie patiënten in groep A (75%) en twee in groep C (50%) melden een verbetering in hun slapeloosheid na het eten van fruit. Kunnen we dan concluderen dat het eten van appels slapeloosheid verlicht? Niet echt. Toeval alleen kan deze resultaten verklaren. Maar als de proef werd uitgevoerd met 4.000 patiënten in elke groep en je dezelfde verhoudingen vond, zouden we veel meer vertrouwen hebben in het ‘appeleffect’. (Even terzijde, de volgende keer dat je een uitspraak ziet als ‘negen van de tien artsen raden aan …’ ga dan naar de kleine lettertjes kijken en vraag jezelf af hoe deze artsen werden bemonsterd.)
Objectiviteit en wetenschappelijke vooringenomenheid
Ontwikkelaars en testers van hypothesen hopen meestal dat de nulhypothese wordt verworpen en hun alternatieve hypothese ondersteund – dat het geneesmiddel dat ze testen effectief is, de reclamecampagne een succes en dat het licht wordt afgebogen door de zwaartekracht zoals voorspeld door de Newtoniaanse fysica en Einsteins relativiteitstheorie… Maar dit verlangen mag geen invloed hebben op de test. Het ontwerp van het experiment en de daarop volgende data-analyses moeten volledig objectief en onbevooroordeeld is. De test moet zo conservatief mogelijk zijn omdat de inzet hoog is: de natuur begrijpen, de veiligheid en gezondheid van mensen, de toekomst van een bedrijf of een nieuwe technologie verbeteren. Het lijkt misschien vanzelfsprekend, maar tot het tegendeel bewezen is, blijft de nulhypothese waar. Zoals een klassiek leerboek over statistieken het mooi stelt: net als voor een jury ligt de bewijslast bij de alternatieve hypothese. Je bent onschuldig tot het tegendeel is bewezen… Als je een hypothese test, moet je handelen als rechter en als jury, maar niet als aanklager.
Zin in meer? Hier is een directer voorbeeld van een alternatieve hypothese: ‘dit artikel beluisteren zal je een beetje overtuigen van de ’twee-stuks-fruit-en-vijf-stuks-groente-per-dag’-regel. Kom op, geef het maar toe: na zoveel verwijzingen naar appels en Newton zit je nu op wat fruit te kauwen of heb je er in ieder geval zin in. De bijbehorende nulhypothese zou iets zijn in de trant van: ‘het lezen van dit artikel heeft geen gevolgen voor uw zin in fruit’. En zo krijg jij, beste luisteraar, het laatste woord. Moeten we deze nulhypothese verwerpen? Je kunt reageren met een antwoord. Zodra ik een voldoende grote steekproef bij elkaar heb, kijk ik naar de gegevens. Tot die tijd schort ik mijn oordeel op.
De Tien Geboden die ik, als leraar, zou willen verkondigen, zouden de volgende kunnen zijn:
- Wees nooit helemaal zeker van wat dan ook.
- Denk niet dat het de moeite waard is om bewijsmateriaal te verhullen, daar het bewijs zeker aan het licht zal komen.
- Probeer denken nooit te ontmoedigen want het zal je zeker lukken.
- Als je tegenkanting ondervindt, zelfs van je echtgenoot of je kinderen, tracht het te ondervangen met argumenten en niet met gezag, want een overwinning op basis van autoriteit is onecht en schijn.
- Heb geen respect voor de autoriteit van anderen, daar er altijd wel tegengestelde autoriteiten te vinden zijn.
- Gebruik geen macht om meningen te onderdrukken die je verderfelijk vindt, want de meningen zullen jou onderdrukken.
- Wees niet bang om een excentrieke mening te hebben. Iedere nu geaccepteerde mening was ooit excentriek.
- Vind meer vreugde in intelligente onenigheid dan in passieve overeenkomst, want als je intelligentie naar waarde schat zoals het hoort, kent het eerste een diepere overeenkomst dan het tweede.
- Blijf de waarheid trouw, zelfs als die ongemakkelijk is, aangezien het ongemakkelijker is haar te verbergen.
- Wees niet jaloers op het geluk van zij die in een paradijs voor dwazen wonen, omdat enkel een dwaas zal denken dat dat geluk is.
Bertrand Russell in “Een Liberale Decaloog”, uit “Het beste antwoord op Fanatisme: Liberalisme”, New York Times Magazine (16/December/1951), later afgedrukt in “The Autobiography of Bertrand Russell” (1969), vol 3: 1944-1967, pp 71-2.
De Polynesiërs waren niet zo’n indrukwekkende bootontwerpers. Het enige dat ze deden, was de boten van hun voorouders onnauwkeurig kopiëren. En de zee maakte de selectie: de boten die terugkwamen werden verder gekopieerd.
Tot de volgende keer.
Eerlijk gezegd kreeg ik in het geheel geen trek in het eten van fruit n.a.v. het lezen van dit stuk. Maar ik vind het wel een helder stuk over de nulhypothese. Bedankt ervoor.
Bedankt voor jouw reactie.
N.a.v. de nulhypothese. Thomas Nagel schrijft in ‘Het laatste woord. Een kleine filosofie van de rede’: ‘De nulhypothese van het subjectivisme – dat er in deze onvoorwaardelijke zin helemaal geen redenen bestaan – is alleen dan aanvaardbaar, als ze vanuit objectief, zelf-reflectief standpunt bezien de alternatieve argumenten en redeneringen achter zich laat. En ik denk dat ze die toets op dit punt – net als op de andere terreinen – volstrekt niet kan doorstaan.’ (p. 141)
In reactie hierop heb ik geschreven: ‘Die zogenoemde nulhypothese van het subjectivisme is tegelijk de nulhypothese van het objectivisme. Vanuit het zelf-reflectieve standpunt worden alle alternatieve argumenten en redeneringen tot rationalisaties herleid. Het zelf-reflectieve standpunt levert namelijk uiteindelijk de existentiële zekerheid van het doodbesef. Dit houdt in dat het subject tot het niet-zijn gedoemd is. Dat niet-zijn van het subject is niet iets wat ná het leven ingaat, maar is intrinsiek aan het er-zijn of bestaan van het subject zelf en ligt aan de basis van zijn of haar bewustzijn. Het is de nulhypothese van het subject-zijn wat pas tot zijn komt door de erkenning van de ander. De rede zelf heeft haar reden in het ‘nul’ of ‘niet-zijn’ van het subject; iets wat het subject echter niet wil weten en daarom de nulhypothese van het subjectivisme verhult met de rede. En dat noemen we een rationalisatie.
Pff taaie kost Fons Tel; moet ik even op kauwen als niet filosoof, wel hoger opgeleid en kritisch denker…
Hoewel ik ook een groot fruitmonster ben werd mijn honger ernaar niet opgewekt door dit artikel. De subject in mij moet dan misschien ook wel erkennen dat ik al wat fruit op had vandaag en ik juist zin had in fuet. Dank en eet smakelijk 🙂