Podcast: Download
Verknoeit wetenschap de tover van het leven? In deze knorrige maar charmante monoloog spreekt Robin Ince dit tegen. Hoe meer we leren over het verbazingwekkende gedrag van het universum, hoe meer ontzag het ons inboezemt. Op TED Talks, voerde Nigel Marsh een pleidooi om ons leven wat meer in evenwicht te brengen.
1. Verwoest wetenschap de magie van het leven?
Verknoeit wetenschap de tover van het leven? In deze knorrige maar charmante monoloog spreekt Robin Ince dit tegen. Hoe meer we leren over het verbazingwekkende gedrag van het universum, hoe meer ontzag het ons inboezemt.
Rik vertaalde deze tekst.
Ik wil graag jullie mijn excuses aanbieden, want ik sta hier zonder enige vorm van PowerPoint-presentatie. Ik zal af en toe dit gebaar maken en middels PowerPoint-democratie kunnen jullie je dan voorstellen wat je ook maar wil.
Ik heb een radioshow. Die radioshow heet ‘De Oneindige Apenkooi’. Het gaat over wetenschap, over rationalisme. Elke week krijgen we een heleboel klachten. Eentje krijgen we heel vaak, namelijk dat de naam ‘De Oneindige Apenkooi’ het idee van vivisectie zou propageren. We hebben het deze mensen duidelijk gemaakt dat er in een oneindige apenkooi veel plaats is.
Nog iemand zei: “Het idee van ‘De Oneindige Apenkooi’ is belachelijk. Een oneindig aantal apen zou nooit de werken van Shakespeare kunnen schrijven. We weten dit omdat we een experiment hebben gedaan.” Ze gaven 12 apen een week lang een typemachine en na een week hadden ze die alleen maar als wc gebruikt.
Maar de belangrijkste klacht die we krijgen – en een die ik het meest verontrustend vind – is dat mensen zeggen: “Ach, waarom moet je altijd weer de magie verpesten? Haal de wetenschap erbij en de magie is naar de vaantjes.” Nu ben ik afgestudeerd in de letteren. Ik hou van mythe, magie, existentialisme en zelfhaat. Echt waar. Maar ik begrijp ook niet hoe wetenschap de magie verpest. Alle magie, denk ik, die wordt weggenomen door de wetenschap wordt dan vervangen door iets even prachtigs.
Neem nu astrologie. Net als vele rationalisten heb ik Vissen als sterrenbeeld. (Gelach) Astrologie dan. We nemen het banale idee weg dat je leven voorspelbaar is. Dat je vandaag misschien een gelukkige man met een hoed zal ontmoeten. Dat is voorbij. Maar als we naar de hemel kijken, kunnen we nog steeds voorspellingen doen. We zien voorspellingen van zich vormende sterrenstelsels, van botsende sterrenstelsels, van nieuwe zonnestelsels. Dat is prachtig. Als de zon op een dag – en de aarde ook – als de aarde haar eigen astrologische, astronomische kaart zou kunnen lezen, dan zal er ooit staan: “Geen goede dag om plannen te maken. Je gaat opgeslokt worden door een rode reus.”
Als je nu denkt dat ik ermee inzit om werelden kwijt te raken, dan is de vele-werelden-theorie – een zeer mooie, fascinerende, soms angstaanjagende idee uit de kwantuminterpretatie – een prachtig ding. Dat je voor elke beslissing die je vandaag hebt gemaakt, voor elke beslissing die je hebt gemaakt in je leven, je dat besluit niet echt hebt gemaakt, maar dat in feite elke mogelijke versie van die beslissingen wordt genomen en elk ervan de start is van een nieuw universum. Dat is een prachtig idee. Als je ooit denkt dat je leven een puinhoop is, onthoud dan altijd dat er een andere jij is, die nog veel ergere beslissingen heeft genomen. Als je ooit denkt: “Ach, ik wil er een einde aan maken,” doe het dan niet. Vergeet niet dat je in het merendeel van alle universa niet eens bestaat. Dit is voor mij op zijn eigen vreemde manier een zeer, zeer geruststellende gedachte.
Reïncarnatie, nog iets dat weg is – het hiernamaals. Maar het is niet weg. De wetenschap zegt eigenlijk dat wij eeuwig zullen leven. Er zit echter een maar aan vast. We zullen niet echt eeuwig leven. Je zal niet eeuwig leven. Je bewustzijn, jouw jou-heid, mijn mij-heid zijn geen blijvertjes. Maar elk ding waaruit we bestaan, elk atoom in ons, heeft al in een myriade andere dingen gezeten en zal nog deel gaan uitmaken van een myriade nieuwe dingen. We zijn bergen, appels, pulsars en andermans knieën geweest. Wie weet, misschien zat een van jullie atomen ooit in Napoleons knie. Dat is goed. In tegenstelling tot de bewoners van het universum is het universum zelf niet spilziek. We zijn allemaal volledig recyclebaar. Als we sterven, hoeven we niet eens in verschillende zakken gesorteerd te worden. Prachtig.
Begrip doet voor mij de verwondering en de vreugde niet verloren gaan. Mijn vrouw zou me kunnen vragen: “Waarom heb je me lief?” Ik kan haar dan in alle eerlijkheid in de ogen kijken en zeggen: “Omdat onze feromonen waren afgestemd op onze olfactorische receptoren.” Hoewel ik waarschijnlijk ook wel iets zal zeggen over haar kapsel en haar persoonlijkheid. Weer prachtig. Liefde gaat daar niet aan kapot.
Maar pijn gaat er ook niet mee over. Het is iets vreselijks, ook al begrijp ik waar het vandaan komt. Als iemand me slaat – en door de aard van mijn persoonlijkheid komt dat nogal eens voor – begrijp ik waar de pijn vandaan komt. Het is eigenlijk een energie-impuls met een constante vierde vector – zo is dat. Maar nooit zal ik zo reageren: “Ha! Is dat de beste energie-impuls met een constante vierde vector die je in huis hebt?” Nee, ik spuug alleen maar een tand uit.
Zo gaat dat met die dingen. Neem nu de liefde voor mijn kind. Ik heb een zoon. Hij heet Archie. Ik heb veel geluk want hij is beter dan alle andere kinderen. Nu weet ik dat je denkt van niet. Jullie denken van jullie kinderen waarschijnlijk: “Oh nee, mijn kind is het beste.” Dat is het mooie aan evolutie: die voorliefde om te geloven dat je eigen kind het beste is. Dat heeft alles met overleven te maken. Dat ‘ding’ is de drager van onze genen en daarom houden we ervan. Maar dat merken we niet eens: we hebben gewoon onvoorwaardelijk lief. Ook een prachtig ding. Hoewel ik toch moet zeggen dat mijn zoon de beste is, een stuk beter dan jullie kinderen. Ik heb wat tests gedaan.
Al deze dingen geven mij zoveel vreugde, opwinding en verwondering. Zelfs de kwantummechanica kan je een excuus bezorgen voor bijvoorbeeld slecht huishoudelijk werk. Waarschijnlijk ben je al eens een weekje alleen thuis geweest. Je huis bevindt zich in een verschrikkelijke toestand. Je partner staat op het punt om thuis te komen. Je denkt: “Wat moet ik doen?” Doe niets. Het enige wat je hoeft te doen als ze binnenkomt, is met behulp van een kwantuminterpretatie zeggen: “Het spijt me. Ik stopte even met het observeren van het huis en toen ik terug keek, was dit allemaal gebeurd.” (Gelach) Dat is het sterke antropisch principe van stofzuigen.
Voor mij een zeer, zeer belangrijk iets. Zelfs op mijn reis naar hier ervaar ik telkens weer opnieuw dezelfde vreugde. Als je echt denkt, gooi je de mythe weg en hou je altijd nog iets prachtigs over. Ik zit op een trein. Elke keer als ik inadem, adem ik een miljoen miljard miljard zuurstofatomen in. Ik zit op mijn bank. Hoewel ik weet dat de bank van atomen is gemaakt en ik dus eigenlijk op heel veel lege ruimte zit, vind ik ze comfortabel. Ik kijk uit het raam en ik realiseer me dat elke keer dat we stoppen en ik uit het raam kijk, ik, waar we ook zijn, ingelijst in dat venster meer leven observeer dan er is in de rest van het bekende universum buiten de planeet aarde. Als je naar safariparken op Saturnus of Jupiter zou gaan, zou je van een kale reis thuiskomen. Ik realiseer me dat ik dit observeer met de hersenen, het menselijk brein, het meest complexe ding in het bekende universum. Dat is voor mij iets ongelooflijks. Dat zou genoeg moeten zijn.
Steven Weinberg, de Nobelprijswinnaar, heeft eens gezegd: “Hoe begrijpelijker het universum wordt, hoe zinlozer het lijkt.” Voor sommigen lijkt dat te leiden tot een idee van nihilisme. Voor mij niet. Het is prachtig. Ik ben blij dat het universum zinloos is. Het betekent dat als ik aan het einde ben van mijn leven, het universum mij niet gaat zeggen: “Idioot, waar ben je mee bezig geweest? Dat was de bedoeling niet.” Ik kan mijn eigen doelen bepalen. Jullie kunnen je eigen doelen bepalen. Wij hebben de individuele macht om te zeggen: “Dit is wat ik wil doen.” In een zinloos universum lijkt me dat een prachtig iets. Ik heb ervoor gekozen om flauwe grappen te maken over de kwantummechanica en de Kopenhagen-interpretatie. Maar ik kan me voorstellen dat je wel wat beters kan doen met je tijd.
Vandaag nog een bonus:
Op TED Talks, voerde Nigel Marsh een pleidooi om ons leven wat meer in evenwicht te brengen. De tekst werd vertaald door Claudia Vlaar. Ik heb dat script opgehaald. Hier is het…
http://www.ted.com/talks/lang/nl/nigel_marsh_how_to_make_work_life_balance_work.html
Dat was het advies van Sint Benedictus aan zijn verbaasde volgelingen in de vijfde eeuw. En dat was het advies dat ik besloot zelf op te volgen toen ik 40 werd. Tot die tijd was ik een carrièrejager bij uitstek. Ik at te veel, dronk te veel, werkte te hard, en verwaarloosde mijn gezin. En ik besloot te proberen mijn leven te veranderen. Eén moeilijk onderwerp wilde ik in het bijzonder aanpakken: de balans tussen werk en privé. Daarom stopte ik met werken en was ik een jaar thuis met mijn vrouw en vier kleine kinderen. In dat jaar heb ik maar een ding geleerd over de balans tussen werk en privé: het was best makkelijk om die balans te vinden toen ik geen werk had. (Gelach) Maar daar heb je weinig aan, zeker niet als het geld opraakt.
Daarom ging ik weer aan het werk. En de zeven jaar sindsdien heb ik gevuld met worstelen met, bestuderen van en schrijven over de balans tussen werk en privé. Mij zijn vier dingen opgevallen die ik graag vandaag met jullie wil delen. Het eerste is, voor vooruitgang op dit gebied is een eerlijk debat essentieel. Het probleem is echter dat veel mensen veel onzin verkondigen over de balans tussen werk en privé. Al die discussies over flexwerken, de ‘casual Friday’ of ouderschapsverlof, verbergen waar het echt om gaat. En dat is dat sommige banen en carrières van nature niet samen gaan met echte inzet op dagelijkse basis voor een jong gezin. Nu begint het oplossen van elk probleem met het erkennen van de realiteit van de situatie. En de realiteit van onze maatschappij is dat er duizenden en duizenden mensen zijn met een leven van stille, grote wanhoop. Ze werken keihard voor een baan die ze haten zodat ze dingen kunnen kopen die ze niet nodig hebben om mensen te imponeren die ze niet leuk vinden. (Gelach) (Applaus) Op vrijdag naar het werk in spijkerbroek en T-shirt, daar gaat het niet om.
Mijn tweede bevinding is dat we onder ogen moeten zien dat regeringen en bedrijven dit probleem niet voor ons gaan oplossen. We zouden niet naar anderen moeten kijken. Het is aan ons zelf als individuen om de leiding en verantwoordelijkheid te nemen voor het soort leven dat we graag willen leiden. Als je niet je eigen leven ontwerpt dan doet iemand anders dat wel voor jou, en misschien vind jij hun invulling van balans wel helemaal niets. Het is vooral belangrijk — dit komt toch niet op het internet? dan word ik ontslagen — het is vooral belangrijk dat je de kwaliteit van je leven nooit overlaat aan een commerciële onderneming. Ik heb het hier niet over alleen de slechte bedrijven, de abattoirs van de menselijke ziel. (Gelach) Ik heb het over alle bedrijven. Omdat het bij commerciële bedrijven diep ingeworteld is om net zo veel uit je te halen als waar ze mee weg kunnen komen. Dat is hun natuur, dat is hun DNA, dat is wat ze doen, zelfs de goede bedrijven met goede bedoelingen. Aan de ene kant is kinderopvang op het werk een uitkomst, een verademing. Aan de andere kant is het een nachtmerrie; het betekent alleen maar dat je nog langer op dat verdomde kantoor bent. Laten wij zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het stellen en bewaken van de grenzen die wij in ons leven willen.
De derde bevinding is dat we goed moeten overwegen op basis van welke tijdsduur we onze balans beoordelen. Voordat ik weer aan het werk ging na mijn jaar thuis, ben ik eens gaan zitten om een stapsgewijze beschrijving te maken van de ideaal gebalanceerde dag waar ik naar streefde. Dat ging als volgt. Goed uitgerust wakker worden na een nacht heerlijk slapen. Seks hebben. De hond uitlaten. Ontbijten met mijn vrouw en kinderen. Weer seks hebben. (Gelach) Naar het werk rijden en onderweg de kinderen bij school afzetten. Drie uur werken. Rond lunchtijd sporten met een vriend. En nog eens drie uur werken. Naar het café om iets te drinken met wat vrienden. Naar huis rijden en met vrouw en kinderen eten. Een half uur mediteren. Seks hebben. De hond uitlaten. Weer seks hebben. Gaan slapen. (Applaus) Hoe vaak denk je dat ik deze dag heb? (Gelach) Laten we realistisch zijn. Je kunt niet alles op een dag doen. We moeten de tijdsduur verlengen waarop we de balans in ons leven beoordelen, en wel op zo’n manier dat we niet in de val trappen van “Ik begin wel met leven als ik met pensioen ga, als mijn kinderen het huis uit zijn, als mijn vrouw bij me weg is, mijn gezondheid het laat afweten, ik geen vrienden of hobby’s meer heb.” (Gelach) Een dag is te kort maar tot na mijn pensioen is te lang. Er moet een middenweg zijn.
Een vierde bevinding: we moeten de balans benaderen op een gebalanceerde manier. Vorig jaar kwam een vriendin op bezoek, ze vindt het niet erg dat ik dit vertel, ze kwam op bezoek en zei: “Nigel, ik heb je boek gelezen. En ik besefte dat mijn leven helemaal uit balans is. Het wordt helemaal door werk overheerst. Ik werk 10 uur per dag en reis 2 uur per dag. Mijn relaties zijn allemaal stukgelopen. Er is niets anders in mijn leven dan werk. Ik heb besloten dat op te pakken en op te lossen. Daarom ben ik lid geworden van een sportschool.” (Gelach) Zonder gekheid: een fitte kantoorrat is niet beter in balans, maar fitter. (Gelach) Lichaamsbeweging is prettig maar er is meer in het leven. Er is een intellectuele kant, een emotionele kant, een spirituele kant. En om in balans te leven meen ik dat we al die aspecten aandacht moeten geven, dus niet alleen 50 keer opdrukken.
Dat kan best ontmoedigend zijn. Mensen zeggen: “Joh, ik heb niet eens tijd om te sporten en ik moet van jou naar de kerk en mijn moeder bellen?” Dat begrijp ik. Ik begrijp echt hoe ontmoedigend dat kan zijn. Maar door een voorval een paar jaar geleden kreeg ik een nieuwe invalshoek. Mijn vrouw, die vandaag in het publiek aanwezig is, belde me op kantoor op en zei: “Nigel, je moet onze jongste zoon (Harry) van school ophalen.” Omdat zij op die avond met de andere drie kinderen ergens anders moest zijn. Dus ging ik die middag op tijd weg van het werk en haalde ik Harry op van school. We wandelden door het park in de buurt, rommelden een beetje met de schommels en speelden wat simpele spelletjes. Toen liepen we de heuvel op naar het plaatselijke café waar we een pizza deelden als avondeten. We liepen de heuvel weer af naar huis. Ik deed hem in bad en trok hem zijn Batman-pyjama aan. Toen las ik een hoofdstuk voor uit “De reuzenperzik” van Roald Dahl. Ik bracht hem naar bed, stopte hem in, gaf hem een nachtzoen en zei: “Welterusten, jongen” en ging zijn slaapkamer uit. Toen ik de kamer uitging, zei hij: “Pap?” en ik: “Ja, jongen?” Hij zei: “Pap, dit was de mooiste dag van mijn leven, de allermooiste.” Ik had niets gedaan, we waren niet naar Disney World geweest, ik had hem geen Playstation gegeven.
Wat ik wil zeggen is: het gaat om de kleine dingen. Beter in balans zijn betekent niet dat er een grote omwenteling in je leven moet komen. Met kleine inspanningen op de juiste gebieden kan je de kwaliteit van je relaties en van je leven radicaal veranderen. Sterker nog, ik denk dat dat de maatschappij kan veranderen. Want als maar genoeg mensen dit doen, kunnen we de definitie van succes veranderen. Het oerstomme en simplistische idee dat wie het rijkste sterft, de winnaar is, moet veranderen naar een verstandiger en meer gebalanceerde definitie van hoe een goed geleefd leven eruit ziet. En dat vind ik een idee dat het waard is om verspreid te worden.
Het citaat vandaag is niet echt een citaat, maar meer een uitdrukking. Het heet het scheermes van Hanlon. Het is niet helemaal duidelijk waar het vandaan komt maar de gelijkenis met het scheermes van Ockham dat ik in de 17de aflevering van deze podcast al voorstelde, is tamelijk voor de handliggend.
Hier is Hanlons schreermes:
Schrijf nooit aan kwade opzet toe wat afdoende verklaard wordt door stompzinnigheid.
Tot de volgende keer.
Wees de eerste om te reageren