Podcast: Download
Neurowetenschap is hip. Er worden tegenwoordig enorme stappen gemaakt in deze discipline. Maar in het kielzog van de wetenschappers ontstaat er een hoop pseudowetenschap. Molly Crockett is neurowetenschapper en vertelt welke claims die we continue in de media tegenkomen haar doen verbazen.
Het probleem is dat het mogelijk is dat je in de loop van de volgende weken plots verschillende afleveringen op iTunes dubbel zal zien verschijnen. Best gooi je dan de oude versies weg. En hopelijk kunnen we dat afronden zonder te veel problemen.
Vandaag horen jullie de vertaling van een TED-talk van Molly Crockett. De vertaling is van Christel Foncke.
Ik ben neurowetenschapper en ik bestudeer besluitvorming. Ik experimenteer met verschillende chemische stoffen en hoe die het brein beïnvloeden bij onze beslissingen. En dit is het geheim van succesvolle beslissingen: een boterham met kaas. Dat klopt. Volgens wetenschappers is een kaasboterham de oplossing voor al je moeilijke beslissingen. Dat weet ik omdat ik het onderzoek deed.
Een paar jaar geleden waren mijn collega’s en ik geïnteresseerd in hoe serotonine, een chemische stof in het brein, mensen beïnvloedt bij beslissingen in sociale situaties. We wilden vooral weten hoe serotonine de reactie van mensen op een onrechtvaardige behandeling zou beïnvloeden. We deden een experiment. We manipuleerden het serotonineniveau van mensen met een walgelijk artificieel drankje met citroensmaak. Het neemt het basisingrediënt voor serotonine weg in het brein: het aminozuur tryptofaan. We ontdekten dat bij een laag tryptofaanniveau mensen meer geneigd zijn wraak te nemen als ze onrechtvaardig behandeld worden. Hier zijn een paar krantenkoppen na ons onderzoek.
“Een boterham met kaas volstaat voor krachtige beslissingen.”
“Kaas is onze beste vriend!”
“Meer zelfbeheersing: eet kaas en vlees.”
Dan vraag je je af: mis ik iets?
“Officieel! Chocolade maakt je gelukkig.”
Kaas? Chocolade? Waar komt dit vandaan? Dat dacht ik toen deze berichten verschenen, want onze studie had niets te maken met kaas of chocolade. Wij gaven mensen een walgelijk drankje dat hun tryptofaanniveau beïnvloedde. Tryptofaan zit ook in kaas en chocolade. Als wetenschappers zeggen dat kaas en chocolade je helpt betere beslissingen te maken, krijgen ze de aandacht van mensen. En zo ontstaat er een krantenkop.
Toen dit gebeurde, dacht ik even: zo belangrijk is het niet. De media gaat kort door de bocht, maar het is gewoon een krantenartikel. Een heleboel wetenschappers denken zo. Het probleem is dat deze dingen voortdurend gebeuren. Het beïnvloedt niet alleen de verhalen die je in het nieuws leest maar ook de producten die je in de winkel ziet. Na de krantenkoppen belden de marketeers. Of ik bereid was wetenschappelijke steun te geven aan flessenwater dat je stemming verbeterde? Of ik op tv wilde komen om voor een live publiek aan te tonen dat je je door ‘troostvoedsel’ echt beter voelt? Deze mensen bedoelden het goed, maar als ik was ingegaan op hun aanbod, zou ik mijn boekje te buiten zijn gegaan. Een goede wetenschapper doet dat niet.
Toch duiken neurowetenschappen meer en meer op in marketing. Hier is een voorbeeld: neuro-dranken, een productlijn met ‘Neuro-Bliss’. Volgens het bijbehorende label helpt het stress te verminderen, de stemming te verbeteren, de concentratie en positieve vooruitzichten te bevorderen. Ik moet zeggen dat dit geweldig klinkt. 10 minuten geleden kon ik dit gebruiken. Toen dit in mijn buurtwinkel opdook, was ik natuurlijk nieuwsgierig naar de onderzoeken die deze beweringen onderbouwden. Ik zocht op de website van het bedrijf naar gecontroleerde proeven op hun producten, maar vond er geen. Getest of niet, deze beweringen zijn overal te vinden op hun label, vlak naast een afbeelding van hersenen. Afbeeldingen van hersenen hebben speciale eigenschappen. Onderzoekers vroegen een paar honderd mensen om een wetenschappelijk artikel te lezen. Bij de helft van de mensen stond naast het artikel een afbeelding van hersenen. De andere helft kreeg hetzelfde artikel te lezen maar zonder afbeelding. Aan het eind — je snapt al waar ik naartoe wil — vroegen ze aan de mensen of ze akkoord gingen met de conclusies van het artikel. Op een schaal van 0 tot 5 waarop ze moesten aangeven hoezeer ze met het artikel akkoord gingen, gaven de mensen die het artikel zonder de afbeelding kregen gemiddeld een 2,8 aan het artikel. De anderen gaven het gemiddeld een 3,2. Onthoud dus: wil je iets verkopen, zet er een brein bij!
Ik neem even de tijd om te zeggen dat de neurowetenschappen sterk vooruitgingen in de afgelopen decennia. We ontdekken voortdurend verbazingwekkende dingen over de hersenen. Enkele weken geleden ontdekten neurowetenschappers aan het MIT hoe ze ratten gewoontes konden afleren enkel door het beheersen van neurale activiteit in een bepaald deel van hun hersenen. Echt cool. De belofte van de neurowetenschappen heeft echter geleid tot hoge verwachtingen en overdreven, onbewezen beweringen.
Ik ga jullie vertellen hoe je snel klassieke, opvallende neurononsens kan ontmaskeren, neurorommel, of, mijn persoonlijke favoriet: neuro-geleuter. De eerste onbewezen bewering is dat je hersenscans kunt gebruiken om gedachten en emoties van mensen te lezen. Een opinieartikel in The New York Times ging over een studie van enkele onderzoekers. De kop?
“Je houdt van je iPhone. Letterlijk.”
Het werd al snel het meest gemailde artikel op de site. Hoe kwamen ze hieraan? Ze staken 16 mensen in een hersenenscanner en toonden hen video’s van rinkelende iPhones. De hersenscans toonde activering in de insula, een deel van de hersenen gekoppeld aan gevoelens van liefde en mededogen. Ze concludeerden dat dit betekende dat de onderzochten van hun iPhones hielden. Er is maar één probleem met die redenering: de insula doet veel. Ze is zeker betrokken bij positieve emoties zoals liefde en mededogen, maar ook betrokken bij tal van andere processen: geheugen, taal, aandacht, zelfs woede, walging en pijn. Op basis van dezelfde logica kan ik besluiten dat je je iPhone haat. Ik bedoel maar dat bij activering in de insula je niet kan gaan voor je favoriete uitleg uit de lange lijst. Mijn collega’s Tal Yarkoni en Russ Poldrack hebben aangetoond dat de insula opduikt in bijna een derde van alle ooit gepubliceerde studies over cerebrale beeldvorming. De kans is dus heel groot dat je insula nu bezig is, maar ik maak mezelf niet wijs dat jullie daarom van me houden.
Nu we het hebben over liefde en hersenen: er is een onderzoeker, bekend als Dr. Love. Hij beweert dat de wetenschappers de lijm hebben gevonden die samenlevingen bindt, de bron van liefde en welvaart. Deze keer is het geen kaasboterham. Het gaat over het hormoon oxytocine. Je hebt er waarschijnlijk al van gehoord. Dr. Love baseert zijn argument op studies waaruit blijkt dat wanneer je bij mensen de oxytocine verhoogt hun vertrouwen, empathie en samenwerking toenemen. Hij noemt oxytocine ‘de morele molecule’.
Deze studies zijn wetenschappelijk onderbouwd, en ze zijn gerepliceerd. Maar het verhaal is niet compleet. Andere studies hebben aangetoond dat oxytocine afgunst en leedvermaak verhoogt. Oxytocine doet mensen kiezen voor hun eigen groep ten koste van andere groepen. En in sommige gevallen vermindert oxytocine zelfs samenwerking. Op basis van deze studies kan ik zeggen dat oxytocine een immorele molecule is en mijzelf Dr. Strangelove noemen.
We komen neurogeleuter tegen in tal van krantenkoppen. We zien het in supermarkten, op boeken. Hoe zit het met de kliniek? SPECT-imaging is een hersenenscantechnologie die gebruikmaakt van een radioactieve merkstof om de bloedstroom in de hersenen te volgen. Voor de weggeefprijs van een paar duizend dollar krijg je in sommige klinieken in de VS een SPECT-scan. Die wordt gebruikt bij de diagnose van je problemen. Clinici beweren dat deze scans de ziekte van Alzheimer helpen voorkomen, gewichts- en verslavingsproblemen oplossen, echtelijke conflicten overwinnen en een reeks van geestesziekten behandelen, gaande van depressie tot angst en ADHD. Dit klinkt geweldig. Een heleboel mensen zijn het ermee eens. Sommige van deze klinieken verdienen tientallen miljoenen dollar per jaar.
Er is echter een probleem: in de neurowetenschappen is men het erover eens dat we geestesziekten nog niet kunnen diagnosticeren door één enkele hersenenscan. Ondertussen hebben deze klinieken tienduizenden patiënten behandeld, waaronder veel kinderen. Bij SPECT-imaging krijg je een radioactieve injectie, dus stel je mensen bloot aan potentieel schadelijke straling.
Als neurowetenschapper ben ik enthousiaster dan de meeste mensen over de mogelijkheden voor behandeling van geestesziekten en zelfs om ons beter en slimmer te maken. Als we op een dag kunnen zeggen dat kaas en chocolade ons helpen betere beslissingen te nemen, doe ik mee. Maar zover zijn we nog niet. We hebben geen ‘koopknop’ in de hersenen gevonden. We kunnen niet zeggen of iemand liegt of verliefd is door gewoon te kijken naar hun hersenscans en we kunnen geen zondaars tot heiligen bekeren met hormonen. Misschien ooit wel, maar tot dan moeten we erop letten dat overdreven beweringen geen middelen en aandacht wegnemen van de echte wetenschap die op langetermijn denkt.
Wat kunnen jullie doen? Als iemand je iets probeert te verkopen met een afbeelding van hersenen, geloof hen niet op hun woord. Stel de moeilijke vragen. Vraag om bewijs. Vraag naar het deel van het verhaal dat niet wordt verteld. De antwoorden zijn ingewikkeld want de hersenen zijn complex. Dat belet ons echter niet om er onderzoek naar te doen.
Echte kennis is beseffen hoe groot je onwetendheid is.
Tot de volgende keer.
Wees de eerste om te reageren