Podcast: Download
Moeder Teresa wordt dikwijls opgevoerd als een vrouw die enorm veel goed gedaan heeft voor de armen in India en hen een beter leven heeft gegeven. Een in- en ingoede vrouw die haar leven gaf voor de meest verstoten mensen in deze wereld. Deze opinie is zo’n gemeengoed dat iedereen, zelfs niet-katholieken het heel normaal vonden toen beslist werd om deze vrouw heilig te verklaren. Zowat iedereen was van oordeel dat die Nobelprijs voor de vrede die ze kreeg meer dan terecht was.
Maar was ze wel zo ingoed? Heeft ze de armsten in Calcutta echt zo geholpen? Was dat zelfs haar intentie?
Vorig jaar hadden we onder de medewerkers van deze podcast een gesprek over Moeder Teresa, nadat Emile in februari 2015 een artikel van Jerry Coyne over deze dame op onze facebookpagina had geplaatst. Wat later plaatste Rik een ander artikel op zijn eigen facebookpagina.
We kwamen tot het idee om hier eens een podcastaflevering aan te spenderen, want weinig mensen kennen de echte levenswandel van deze dame niet.
We vroegen toelating aan Jerry Coyne om zijn artikel te mogen vertalen en gebruiken, maar die kregen we niet.
Na enige dagen begon het idee te groeien om zelf iets te schrijven en wat later had Stefan Suetens het boek van Christopher Hitchens “The Missionary Position: Mother Teresa in theory and in practice”.
Wat later zag ik in Goodreads dat Stefan het boek had uitgelezen en dan heb ik hem onmiddellijk gevraagd of hij voor onze podcast een boekbespreking wou maken.
Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk heeft Stefan een tekst klaar gekregen, die veel meer is dan alleen een boekbespreking. Hij heeft zijn tekst niet alleen op Hitchens’ boek gebaseerd, maar daarnaast ook op nog verschillende andere bronnen.
Enkele weken geleden geeft dan ook Brian Dunning over Moeder Teresa in Skeptoid gesproken. Het werd dus dringend tijd voor onze publicatie.
Het is een mooi werk geworden waarvan jullie in de komende drie afleveringen zullen mogen genieten.
Hier komt het eerste deel.
Op 17 december 2015, zijn 79ste verjaardag, ratificeerde paus Franciscus de bevindingen van de Commissie voor Heiligverklaringen dat Moeder Teresa een man met een ernstige hersenziekte op een onverklaarbare wijze had genezen nadat zijn vrouw om haar tussenkomst had gebeden. Dit is het tweede mirakel dat aan deze Albanese non wordt toegeschreven en daarom kan ze heilig verklaard worden. Het eerste mirakel dat goedgekeurd werd dateert al van 2002, dit leverde haar al een zaligverklaring op, nog uitgesproken door paus Johannes Paulus II.
Moeder Teresa staat bekend als een vrouw die alles opgaf om zich in te zetten voor de armsten van de armsten en een troost te bieden aan zij die het het hardst te verduren kregen in hun leven. Niet alleen de zalig- en nu ook de heiligverklaring van het Vaticaan bevestigt dit. Moeder Teresa kreeg tijdens haar leven ook al van de Nobelprijs voor de Vrede, het Ereburgerschap van de Verenigde Staten, de UNESCO-prijs voor Vredeseducatie en heel wat andere prestigieuze prijzen.
Helaas blijkt dit beeld nogal af te wijken van de werkelijkheid en heeft het er alle schijn van doelbewust opgezet te zijn. In het jaar 2013 is er nog een studie, gevoerd aan de universiteit door Serge Larivée die lijkt te bevestigen wat zoveel critici, onder wie Christopher Hitchens en Etienne Vermeersch, al jaren zeggen: dat de mythe die rond Moeder Teresa hangt niet op de waarheid berust en dat het hier in werkelijkheid om een religieuze fanatiekelinge, fundamentaliste en bedriegster gaat.
Vanwaar komt deze kritiek dan? Waarom krijgt een persoon die ogenschijnlijk enkel het goede probeerde te doen in haar leven en volledig ten dienste van andere mensen stond dergelijke tegenwind te verduren?
Een volledige kritiek op Moeder Teresa zou ons te ver leiden. Christopher Hitchens heeft er in 1995 een boek over geschreven: “The Missionary Position: Mother Teresa in theory and practice”. Het is een goeie honderd pagina’s dik. Dit boek werd geschreven voor haar zaligverklaring en sindsdien zijn er nog allerlei andere zaken aan de oppervlakte gekomen. Er zijn ontelbare getuigenissen en journalistieke onderzoeken geweest die ons in dezelfde richting duwden en er zijn, volgens de literatuurstudie gedaan door Larivée, geen artikels of werken gepubliceerd die de waarheid van Hitchens’ boek ondergraven.
In dit artikel willen we even aangeven waarom Moeder Teresa zo onder vuur ligt door deze critici.
We beginnen bij het begin.
Wonder is geen wonder
Het verhaal van Moeder Teresa begint in 1968. Dat was het jaar dat de Britse Malcolm Muggeridge samen met cameraman Ken Macmillan de documentaire “Something Beautiful for God” ging inblikken. Deze zou ervoor zorgen dat Moeder Teresa in 1969 wereldnieuws werd. Malcolm Muggeridge beschrijft de gebeurtenissen als volgt:
Het Huis voor de Stervenden wordt zwak verlicht door kleine ramen die hoog in de muren zitten en Ken was zo goed als zeker dat het onmogelijk was om daar te filmen. We hadden maar één kleine lamp bij ons en de ruimte in de beschikbare tijd gepast verlichten, leek onmogelijk. We besloten dat Ken het toch zou proberen, maar voor de zekerheid maakte hij ook enkele opnames op een binnenplaats waar enkele bewoners in de zon zaten. Toen de film ontwikkeld was bleek het licht in het deel dat binnen was opgenomen bijzonder mooi en zacht terwijl het deel dat buiten gefilmd was schimmig en onduidelijk bleef… Ik ben er absoluut van overtuigd dat dit technisch onverklaarbare licht het Vriendelijke Licht is waar kardinaal Newman het in zijn beroemde, prachtige hymne over heeft.
En zijn conclusie:
Dit is precies waarom er mirakels zijn, om de innerlijke realiteit van Gods uiterlijke schepping te onthullen. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat Ken het eerste fotografische mirakel heeft vastgelegd.
Muggeridge heeft dit niet voor zich gehouden en zegt zelf dat hij vreest dat hij er tot vervelens toe over heeft gesproken en geschreven.
Christopher Hitchens heeft echter een interview afgenomen van Ken Macmillan, de cameraman. Het interview staat beschreven in het eerder genoemde boek “The missionary position”, maar het is ook te bekijken als onderdeel van de documentaire “Mother Teresa: Hell’s Angel” die ook op YouTube te bekijken is. Dit is wat Ken Macmillan zei:
Gedurende “Something Beautiful for God” werden we meegenomen naar een gebouw dat Moeder Teresa het Huis van de Stervenden noemde. Peter Chafer, de regisseur, zei: “Oei, het is hier wel erg donker. Denk je dat we iets kunnen filmen?” We hadden net een levering nieuw filmmateriaal van Kodak van de BBC ontvangen, en we hadden nog geen tijd gehad om die te testen. Dus zei ik tegen Peter: “We zijn hier toch, we kunnen het net zo goed proberen.” Dus maakten we de opname. En toen we enkele weken later, of een maand of twee later, terugkwamen zaten we in de Ealing Studios en uiteindelijk kwamen de shots van het Huis van de Stervenden aan bod. Het was verassend. Je zag elk detail. En ik zei: “Dat is verbazingwekkend. Echt ongelooflijk.” Ik wilde nog iets zeggen zoals, weet je wel: “Drie keer hoera voor Kodak.” Ik kreeg er echter de kans niet toe om dat te zeggen, want Malcolm, die op de voorste rij zat draaide zich om en zei: “Het is goddelijk licht! Het is Moeder Teresa. Je zult wel zien dat het Goddelijk licht is, ouwe jongen.” En drie of vier dagen later werd ik getelefoneerd door allerlei journalisten die me dingen vertelden als: “We hebben gehoord dat je net terug bent van India met Malcolm Muggeridge en dat je daar getuige was van een mirakel.
En zo kwam de katholieke kerk dus aan een nieuwe rijzende ster. De getuigenis van Ken Macmillan kwam helaas veel te laat en te beperkt in de media aan bod om van enige betekenis te zijn. Zoals Mark Twain al zei: “Een leugen kan half de wereld rondreizen terwijl de waarheid nog haar schoenveters strikt.”
Christus aan het kruis, de cultus van het lijden
Dit kleine mirakeltje, en de ermee gepaard gaande media-aandacht , zouden we echter nog kunnen vergeven, als ze ergens voor het goede gebruikt zou worden. Een leugen is een leugen, maar gelukkig zijn er in onze tijd genoeg katholieken die mirakels niet als dusdanig erkennen. Voor hen gaat het over de katholieke boodschap en volgens hun de aanname dat Moeder Teresa wel iets goeds voor de wereld moet gedaan hebben. De humane werken die van Moeder Teresa en haar Missionarissen van Naastenliefde uitgingen, moeten van de wereld wel een betere plaats gemaakt hebben.
Helaas scoren de Missionarissen van Naastenliefde hier ook niet. Verschillende rapporten en verslagen geven aan dat de medische zorgen die aan de patiënten gegeven werden minstens ondermaats waren. Dokter Robin Fox, die in 1994 een bezoek bracht, wist niet wat hij zag toen hij het huis van de stervenden bezocht. Volgens hem kwam er van tijd tot tijd wel een dokter binnen, maar in tussentijd was het aan de nonnen of vrijwilligers om de diagnoses te stellen. Zo kwam het dat er vaak geen onderscheid werd gemaakt tussen het geneeslijke en het ongeneeslijke en werd een voor een dokter simpel te herkennen ziekte als malaria vaak niet opgemerkt en fout behandeld. Onderzoeken waren zelden toegestaan, werd hem verteld, maar zelfs simpele stappenplannen om dergelijke ziektes te herkennen mankeerden. Volgens Fox is een dergelijke systematische aanpak niet bekend in het huis, en is voor Moeder Teresa een soort voorzienigheid belangrijker dan een planning; haar regels zijn gemaakt om de drang naar materialisme tegen te gaan. Verder stelt Fox zich ook vragen bij de behandeling van pijn door de zusters. Volgens hem was er een zekere spirituele aanpak, maar sterke pijnstillers werden niet gebruikt…
Hierbij moet opgemerkt worden dat Moeder Teresa in deze regio in Calcutta al 45 jaren aan het werken was, en al bijna dertig jaar lang grote hoeveelheden geld en materiaal had ontvangen. Haar huis van de stervenden had geen financiële problemen, ze doen dit omdat Moeder Teresa wil dat het zo gaat. Moderne medicijnen links laten liggen is in zekere zin waar het huis op uit is.
Ook Marry Loundon, een vrijwilligster in Calcutta was bijzonder kritisch over het huis van de stervenden. Volgens haar stonden er nergens stoelen of ander meubilair, enkel maar oude brancards die haar deden denken aan taferelen uit de Eerste Wereldoorlog. In de ene kamer lagen vijftig tot zestig stervende mannen, in de andere kamer vijftig tot zestig stervende vrouwen. Ze kregen weinig medische zorgen en als pijnstiller enkel aspirine en een beetje Ibrufen, en dit om pijnen te bestrijden die gepaard gaan met kanker en andere ziektes waar ze aan doodgingen. Naalden werden gebruikt en hergebruikt, zonder ze te steriliseren. Een voorbeeld gaat over een Amerikaanse dokter die een 15-jarige jongen met een relatief simpele nieraandoening wil behandelen. De aandoening werd erger en erger omdat ze niet beschikte over antibiotica. Uiteindelijk had deze jongen een operatie nodig, maar de zusters wilden geen taxi bellen om hem naar het ziekenhuis te brengen. “Als ze het voor één iemand doen, moeten ze het voor iedereen doen,” was de uitleg…
Ook hier is het belangrijk om op te merken dat Moeder Teresa ondertussen genoeg geld binnenhaalde om enkele eerste-klasse ziekenhuizen te runnen in Bengalen. De beslissing om dit niet te doen en in de plaats daarvan zo armoedig te werk te gaan, is een bewuste keuze geweest.
Deze werkwijze is niet toevallig tot stand gekomen, het is de weg die de Missionarissen van Naastenliefde moedwillig kozen en paste in de traditie van het lijden.
Agnes Gonxha Bajoxhiu zal zich trouwens Moeder Teresa noemen naar de heilige Teresia van Lisieux, een heilige die in haar leven veel ziekte en lijden heeft gekend, maar ondanks alles niet haar geloof in het christendom opgaf. Sterker nog, ze zag al de gebeurtenissen van lijden net als een bewijs voor haar geloof. In haar dagboeken geeft ze blijk van een enorme intellectuele begaafdheid, ze vraagt zich zelfs vaak af of er wel iets is na dood of het slechts een “donkere nacht” zal zijn. Ze zal uiteindelijk een jaar lang aan tuberculose lijden en hieraan ook sterven, maar ze zal elke pijnstilling weigeren, in een tijd waar morfine al lang was uitgevonden.
Dit gedrag komt van de opvatting dat Christus gestorven is en geleden heeft voor onze zonden. Het lijden krijgt hierdoor een ongelooflijk grote waarde, en ook het idee van plaatsvervangend lijden krijgt deze status toebedeeld, aangezien Jezus hierin is voorgegaan. Er heerst een opvatting dat een vergeving van de zonden enkel kan door het lijden. Deze verheerlijking van het lijden gaat sinds lang mee in het christendom. De eerste christenen dachten nog dat het einde der tijden eraan kwam in minder dan één generatie na de verrijzenis, maar toen dit uitbleef groeide de behoefte aan meer regels en werd navolging van het leven van Jezus als ideaal aanzien.
In het Christendom ligt de essentie van het leven trouwens niet in het hier en nu. Het hiernamaals is volgens dit geloof, en zeker volgens de opvatting die Moeder Teresa eraan gaf, waar het allemaal om draait. De aarde is slechts tijdelijk, het enige dat telt is of je na de dood voor eeuwig verdoemd dan wel eeuwig gelukkig zal zijn. Alles staat in de schaduw van deze opvatting.
Als een persoon uit vrije keuze voor een ascetisch leven kiest, is er echter weinig aan te merken op deze keuze. Mensen dienen vrij te zijn in hun keuze. Maar dit was niet het geval bij de patiënten van de Missionarissen van Naastenliefde. En in eerlijkheid moeten we Moeder Teresa hier echter verdedigen met de waarheid: zij heeft nooit gezegd dat ze iets anders wilde dan de patiënten in deze traditie van het lijden behandelen. Zo vat ze het samen in haar eigen woorden:
Er is iets moois aan het zien hoe de armen hun lot aanvaarden, om ze te zien lijden zoals Christus aan het kruis. De wereld wint veel bij het lijden van deze mensen.
Er is ook nog een bekende anekdote, weer in haar eigen woorden:
Op een dag ontmoette ik een kankerpatiënte die in gruwelijke pijnen aan het sterven was. Ik ging naar haar en zei: “Weet je, deze vreselijke pijn is enkel de kus van Jezus, een teken dat je zo dicht bij Jezus aan het kruis bent geraakt dat hij je kan kussen.” Ze vouwde haar handen samen en zei: “Moeder Teresa, zeg alsjeblief tegen Jezus dat hij stopt met me te kussen.”
In deze twee uitspraken zie je duidelijk het fundamentalistisch christelijk idee van plaatsvervangend lijden terugkomen. Het stond en staat in het centrum van de handelswijze van de Missionarissen van Naastenliefde.
Verder zijn er ook getuigenissen waaruit blijkt dat de zusters aangeleerd kregen hoe ze iemand moesten dopen. Dan werd er aan de sterk verzwakte patiënten gevraagd of ze naar de hemel wilden. Indien het antwoord ja was, doopte de zuster deze patiënt zo discreet mogelijk, terwijl de patiënt onder de indruk was dat hij gewassen werd. De zuster prevelde dan heel stil de nodige woorden. Hoeveel Hindoes en hoeveel Moslims op deze manier gekerstend zijn, is onduidelijk…
Het blijft niet bij deze enkele zaken. Zo werden dakloze hiv-patiënten in San Francisco elk recht ontzegd om bezoek te ontvangen, en mochten ze niet naar sportwedstrijden op tv kijken, ze mochten enkel creperen in hun ondermaatse bed. In New York, The Bronx, werden plannen voor een huis voor daklozen tegengehouden omdat de instanties daar in elk gebouw een lift voorschrijven. Dit was te veel luxe en de Missionarissen van Naastenliefde. Zelfs toen het stadsbestuur voorstelde om de kosten van de lift te dragen, weigerden ze ermee door te gaan.
Deze getuigenissen komen allemaal verder uit Hitchens’ boek uit 1995. Volgens Hemley Gonzalez, een man die in 2008 nog twee maanden dienst heeft gedaan in een huis van de Missionarissen van Naastenliefde, is aan deze werkwijze nog steeds niets veranderd. Getuigenissen over zijn ervaringen kan je vinden op zijn blog “Stop the Missionaries of Charity”.
Op zijn blog kan je wederom een hele lijst aan wantoestanden terugvinden uit zowel anonieme als gekende bronnen. In een huis in Calcutta waar mensen met psychische problemen behandeld worden, wordt gewerkt met elektrotherapie. Weer ontbreekt elk spoor van een deftige diagnose. Er is een luizenprobleem waar niets aan gedaan wordt en medicatie wordt verstrekt zonder enig systeem. Ook zijn er over de hele wereld gevallen van seksueel misbruik aan het licht gekomen, zowel door leden van de Missionarissen van Naastenliefde als bij de patiënten onderling. De pillen die aan doodzieke mensen als behandeling worden gegeven, zijn vaak niet meer dan een vitaminesupplement. Patiënten worden gewassen in koud water (er is geen warm water) ook wanneer ze lijden aan een ademhalingsziekte waardoor deze behandeling nefast kan zijn. Er worden weeskinderen, als ze dat al zijn, verkocht, enzovoort, enzoverder.
De verschillende getuigenissen, zowel aan het licht gebracht door Christopher Hitchens als de verschillende gekende en anonieme getuigen, waarvan veel te vinden is op het blog van Gonzalez, leiden allemaal tot dezelfde conclusie: de Missionarissen van Naastenliefde stellen de rechten van de patiënten niet voorop en gebruiken hoogst bedenkelijke technieken. Dit wordt bewust gedaan.
Volgende keer gaan we in op de mirakels van Moeder Teresa.
Coyne zei
Wanneer een bewering gefalsificeerd wordt in de wetenschappen, dan is iedereen akkoord dat het onzin is. Het wordt afgevoerd, en in de vuilbak van slechte ideeën gegooid. Wanneer een idee gefalsificeerd wordt in religie, dan wordt het een metafoor.
– Dirk Verhofstadt in gesprek met Etienne Vermeersch: Een zoektocht naar waarheid – Dirk Verhofstadt
– Waarom ik geen christen ben – Bertrand Russell
– “Mother Teresa: Hell’s Angel” op YouTube
– STOP the missionaries of Charity
– Persaankondiging literatuurstudie universiteit Montreal
– Biografie op website Vaticaan
– Mommie Dearst van Hitchens op Slate
– Mother Teresa: Anything but a saint…
– Christopher Hitchens – God is niet groot.
Altijd interessant!