De naturalistische dwaling

Play

Mensen voelen zich opmerkelijk aangetrokken tot alles wat natuurlijk is. Dat is nochtans niet van alle tijden. Dikwijls wordt deze gedachte geassocieerd met Jean Jacques Rousseau (1712 – 1778), een Franse filosoof die pleitte voor terugkeer naar de natuur. Daarin was Voltaire het trouwens oneens met hem. Vóór Rousseau probeerden mensen die de middelen hadden net om zo ver mogelijk van die gevaarlijke natuur weg te blijven.

Inleiding
Goeiedag, het is vandaag zondag 13 oktober 2024, ik ben Jozef Van Giel en dit is de 457ste aflevering van deze podcast.
Is het inderdaad zo dat de natuur beter is dan het kunstmatige?
De naturalistische dwaling

Stel je voor, je gaat naar een supermarkt, pakt een voedingsproduct vast dat er erg lekker en sappig uit ziet en je leest de ingrediëntenlijst: 83% water, 9% suikers waarvan 48% fructose en 46% glucose, maltose, galactose, sucrose, E460, Aminozuren, bewaarmiddelen E236 en E296, vetzuren, kleurstoffen E160a, b, c, d, e, g en h, E140, E300, E307, Smaakstoffen 2,5-dimethyl-4-hydroxy-3(2h)furanoon, Methyl Butonaat, E210 en het gaat zo nog een even door.

Zou je dat product kopen of zou je het terug in het rek leggen?

Deze lijst is nochtans niets anders dan de stoffen die in een lekkere natuurlijke kiwi zitten.

Maar daar begint het probleem al. Wat betekent het woord “Natuurlijk” eigenlijk. Want als je daar dieper op in gaat stel je vast dat die term slecht gedefinieerd is. Sommige mensen zouden je zeggen dat iets natuurlijk is als het uit de natuur komt en niet door de mens bewerkt is.

Maar zowat alles wat we eten, behalve rauwe wild gevangen vis, is door de mens bewerkt. Hoe ver ga je trouwens met de term bewerkt tot het niet meer natuurlijk is? Mag je het met een mes in stukken snijden? Mag je het bakken? Combineren met andere voedingsstoffen die niet verwant zijn? Mag je er een sausje gemaakt van “Natuurlijke” ingrediënten op doen… Op welk moment worden het dan onnatuurlijk?

Alle soorten kolen die we eten, met hun immense variaties, bloemkool, spruitjes, rode kool, groene kool, Chinese kool, brocoli, en zo verder, zijn allemaal gecultiveerde variaties van één wilde koolplant die wat weg had van koolzaad en waarvan je je kan afvragen hoe iemand er ooit toe gekomen is om die plant verder te kweken.

De moderne maïsplant is door de verre voorouders van de Inca’s door veredeling gekweekt uit Teosinte, een plant met een vruchtstengel van zo’n 5 centimeter dat uit slechts 10 tallen kleine zaadjes bestond, als je dat vergelijkt met een maïskolf…

Als je je afvraagt waarom de mooie grote zwarte aubergine ook wel eierplant genoemd wordt, dan is dat omdat zijn voorouder een plant was met kleine witte vruchten die wat leken op kippeneieren.

De moderne appel bestaat dankzij de techniek van enten, waarbij men een tak van een variëteit met goede vruchten laat vergroeien op een stam met sterke wortels.

Maar ook de dieren die we eten zijn gekweekt. Een varken, koe of schaap zou het in de natuur, zonder de mens niet redden. We hebben ze gekweekt om malser, lekkerder en meer vlees te geven, meer en betere melk, meer en betere wol en zo verder.

Mensen worden aangetrokken tot “natuurlijke” producten omdat ze ervan uitgaan dat als iets natuurlijk is, het altijd goed is en beter dan niet natuurlijke alternatieven. Dat is best eigenaardig, want de reden dat de mens dingen verandert en naar zijn hand zet is net om ze beter te maken. Waarom zou hij dat anders doen? Zo zijn alle hiervoor aangehaalde gewassen beter dan hun natuurlijke voorouders. Ze zijn voedzamer, hebben hogere opbrengsten, zijn lekkerder en ze zijn niet giftig wat soms bij hun voorouders, zoals bij de tomaat en de paprika, wel het geval was.

In haar prachtige roman “Margritte” over de zus van de gebroeders Van Eyck, vertelt Kathleen Vereecken over het gebruik van Moederkoren om de weeën in te zetten bij een bevalling. Het boek is fictief, over de zus van de Van Eycks weten we alleen maar dat ze bestaan heeft en waarschijnlijk ook schilderde met haar broers. Maar het boek is wel gebaseerd historische gewoonten uit die tijd. Moederkoren werd toegepast in de middeleeuwen (vandaar ook de naam). Moederkoren is een schimmel die op de aren van granen groeit. Door het gebruik van ontsmet zaaizaad komt de aantasting bijna niet meer voor, behalve bij de biologische landbouw waar geen ontsmet zaaizaad mag worden gebruikt. Vijf tot 10 gram moederkoren kan voor een volwassen mens al fataal zijn. In 1951 vielen in het stadje Pont-Saint-Esprit, langs de Rhone tussen Montélimar en Avignon, nog 7 doden en werden 49 inwoners in de psychiatrie opgenomen met hallucinaties na het eten van brood uit een lokale bakkerij dat besmet was met moederkoren.

De hang naar het natuurlijke is terug te brengen tot de Franse filosoof Jean Jacques Rousseau die verschillende essays schreef over de terugkeer naar de natuur.

Tegelijk zit die hang naar de natuur sterk in de mens omdat wij geneigd zijn om achter alles een bedoeling te zoeken. Dat is het gevolg van onze evolutie als sociale wezens. Het is goed voor ons overleven omdat het helpt om listen te doorzien. Wanneer iemand een val voor jouw opzet is het goed om dat in te zien. Maar die vaardigheid kan doorslaan waardoor we ook bedoelingen zoeken in dingen waar ze niet zijn. Getuige daarvan is geloof in ongeluksgetallen, tekenen zien in de stand van de planeten en zo verder. Experimenten met kinderen tonen aan dat als je hen een landschap toont met in het midden een natuurlijke waterplas en je vraagt hen waarom die waterplas daar is, dan zullen de meesten antwoorden: “opdat de dieren in de buurt zouden kunnen drinken.” Terwijl het correcte antwoord is: “omdat daar een diepte is en die is volgelopen met water”.

Die manier van denken gaat veel verder en verklaart waarschijnlijk ook voor een groot stuk het ontstaan van religie. In de Bergrede, Mattheüs 6:27 zegt Jezus: “Kijk naar de vogels in de hemel, ze zaaien en ze maaien niet en oogsten niet, de hemelse vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels?”.

Deze tekst toont bovendien ook aan dat Jezus totaal geen kaas gegeten had van biologie, anders had hij geweten dat het grootste deel van die vogels die uit een ei komen het niet overleven en van de honger sterven of opgegeten worden door een andere hongerige vogel.

Maar de natuur heeft helemaal geen doel. De natuur is helemaal nergens om bekommerd. De natuur zorgt er helemaal niet voor dat je elke dag een gezonde portie bio-voeding kan eten. Integendeel. Natuurlijk graan kan moederkoren bevatten, door de mens ontsmet graan gelukkig niet.

Oogsten worden steeds beter naarmate de mens meer ingrijpt en de gewassen dus minder natuurlijk worden. Zo had je in 1940 nog 1,55Ha grond per persoon nodig om de bevolking te kunnen voeden. In 2020 was dat nog 0,6Ha. In 1940 was 1381m² grond nodig om 250kg maïs te produceren terwijl dat in het jaar 2023 nog maar 225 m² was. Dus zes keer minder grondoppervlak, of een 6 keer hogere opbrengst. Algemeen is de hoeveelheid land nodig om dezelfde hoeveelheid voedsel te verbouwen in 60 jaar drie keer kleiner geworden. Je ziet ook dat er overal in Europa meer bossen en natuurgebieden komen waar vroeger landbouw was. Dat is alleen mogelijk geweest dankzij de hogere opbrengsten.

Hoe hebben we dat gerealiseerd? Door betere landbouwtechnieken, veredeling van gewassen, betere bemesting. Onthou de naam Norman Borlaug. Het is deze kerel die er bijna in zijn eentje voor gezorgd heeft van de voorspellingen van Paul Ehrlich niet uitgekomen zijn. Ehrlich zei dat de landbouw zijn gronden aan het uitputten is en dat de bevolkingsgroei tegen het eind van de eeuw tot ongeziene hongersnood zou leiden. Norman Borlaug heeft zich bezig gehouden met geavanceerde veredelingstechnieken en de ontwikkeling van het gebruik van kunstmest en zo heeft hij miljoenen mensen van de hongersnood gered. Terwijl tegen het eind van de twintigste eeuw de bevolking meer dan verdubbeld is, is het aantal mensen die honger lijden in dezelfde periode gehalveerd… in absolute cijfers.

Als je voor dezelfde opbrengst zes keer minder grond nodig hebt, dan kan je die overgebleven grond terug geven aan de natuur. En dat kan tellen als je weet dat landbouw de belangrijkste oorzaak is van het verlies van biodiversiteit.

Maar moeten we dan niet beter biologische landbouw promoten? Een landbouw met respect voor de biodiversiteit? Het is zeker zo dat men in biologische landbouwvelden meer biodiversiteit vaststelt dan in intensieve landbouwvelden.  Maar biologische landbouwvelden zijn veel minder bio-divers dan natuurgebieden. Bovendien hebben ze een opbrengst die 40 tot 60% lager ligt dan intensieve landbouw wat betekent dat je meer landbouwgrond nodig hebt voor dezelfde opbrengst, waardoor er minder grond over blijft voor natuurgebieden. Dat verlies aan natuurgebied wordt helemaal niet gecompenseerd door de iets hogere biodiversiteit ten opzichte van intensieve landbouw.

Het is een betere strategie om aan intensieve landbouw te blijven doen en die intensieve landbouw duurzamer te maken door gebruik te maken van… onnatuurlijke technologie… Zoals precisiebemesting, precisiebesproeiing, druppelirrigatie en… gentechnologie.

Gentechnologie kan je inzetten om gewassen te kweken die een hoger rendement hebben, voedzamer zijn, minder pesticiden en meststoffen nodig hebben en beter bestand zijn tegen droogte, hitte of overstromingen, fenomenen die met de klimaatverandering steeds frequenter zullen worden. Je kan het ook inzetten om gewassen te kweken die minder bewerking nodig hebben waardoor er minder met de tractor moet gereden worden en zo minder brandstof verbruikt wordt.

Gentechnologie wordt dikwijls verketterd als het extreme van onnatuurlijkheid. En daar zal ik niet over discuteren, want opnbieuw: wat is natuurlijk? Maar de mens heeft gewassen al genetisch gewijzigd sinds hij met landbouw is begonnen. Veredeling is niets anders dan een genetische wijziging doorvoeren zodat je betere gewassen krijgt. Alleen… je doet het blind. Je laat planten door toeval muteren en je mengt de genen van verschillende variëteiten op puur geluk. Je weet niet welke genen in je eindresultaat terecht komen.

Om het veredelingsproces te versnellen werden in de 20e eeuw planten blootgesteld aan radioactieve straling om de mutaties in hun genen te bevorderen. Je had geen enkele controle over welke genen welke soort mutatie kregen. En toch hebben veel mensen minder problemen met deze manier van veredelen dan met de verfijnde moderne gentechnologie waarbij men gericht specifieke genen verandert waarvan men de werking kent.

Nochtans hebben we nu al veel te danken aan gentechnologie. Zo heeft genetisch gewijzigd katoen 97% minder pesticiden nodig en heeft een hogere opbrengst dan gewoon katoen.

De natuurlijke drogreden zit erg diep. Bijvoorbeeld bij het maken van confituur. Om een goede consistentie van de confituur te bekomen kan je ofwel pectine toevoegen, ofwel de confituur lang laten uitkoken zodat de suiker karamelliseert en veel vocht verdampt waardoor het indikt. Velen zweren bij de laatste optie omdat ze dan natuurlijke confituur hebben zonder dat ze er chemische stoffen aan hebben toegevoegd. Maar pectine komt van nature voor in veel vruchten waaronder appels terwijl inkoken duidelijk een menselijk ingrijpen is waarbij de suiker karamelliseert, wat betekent dat zijn chemische structuur veranderd wordt. Dat is dus minder natuurlijk.

Tegenwoordig is het in om tegen “ultra processed food” te zijn, https://thecritic.co.uk/whos-afraid-of-upfs-part-1/ https://thecritic.co.uk/whos-afraid-of-upfs-part-2/ . Wat daarmee bedoeld wordt is niet duidelijk, maar het is niets anders dan de naturalistische drogreden. Het label wordt over het algemeen gehangen aan voedsel dat in grote voedingsbedrijven wordt geproduceerd. Maar eigenlijk is er helemaal geen reden waarom voedsel dat verwerkt wordt in een groot voedingsbedrijf ongezonder zou zijn dan voedsel dat geproduceerd wordt bij de lokale traiteur. Grote voedingsbedrijven zijn veel strenger in het volgen van hygiënische normen dus op het gebied van voedselveiligheid ben je daar in ieder beter af dan bij de zelfstandige achter de hoek. Maar er is geen enkele reden waarom voedsel dat meer bewerkingen kreeg per definitie ongezonder zou zijn. Zo gebruiken japanners in hun keuken heel veel gefermenteerde producten. Nochtans wordt hun keuken als erg gezond gezien.

Daarmee heb ik niet gezegd dat industrieel verwerkt voedsel altijd gezonder is dan dat van de lokale slager. Maar de term ultra processed helpt niet om te weten wat gezondst is. De beste manier om gezond voedsel in onze westerse maatschappij te identificeren bestaat erin om te kijken naar drie ingrediënten en één cijfer: De hoeveelheid suiker, de hoeveelheid vet, in het bijzonder verzadigd vet, en de hoeveelheid zout. En tenslotte de hoeveelheid energie, uitgedrukt in kilojoule of de verouderde eenheid kilocalorieën. Waarbij de hoeveelheid energie meestal samenhangt met de hoeveelheid vet en suiker. Hoe meer vet en suiker hoe meer energie. En als je meer energie opneemt dan je verbruikt, wordt je dikker waardoor gevoelig wordt voor allerlei ziektes.

Zout, vet en suiker zijn ingrediënten die je als natuurlijk zou kunnen beschouwen. In feite kan je niet overleven zonder deze stoffen. Je hebt ze allemaal nodig in je lichaam en dat is precies de reden waarom je ze zo lekker vindt. In de wildernis, waar we geëvolueerd zijn, en zelfs tot honderd jaar geleden waren deze producten zeldzaam. Het was dus belangrijk om er hartstochtelijk naar op zoek te gaan. Soldaten in het romeinse leger werden zelfs met zout uitbetaald, vandaar de term “salaris”. Het was een duur goedje. In onze huidige maatschappij is er overvloed aan deze drie stoffen, maar toch blijven we ernaar snakken. Het vraagt wilskracht om ervan af te blijven. Vandaar ook dat voedingsproducenten graag deze stoffen in hun producten verwerken om ze aantrekkelijker te maken. De gezondheid van verwerkt voedsel is dus niet afhankelijk van hoeveel het bewerkt is, maar van hoeveel vet, suiker en zout erin zit. Als de lokale traiteur dus graag kwistig omspringt met room, of zijn gerechten goed zout, dan kunnen deze minder gezond zijn dan gelijkaardige klaargemaakte schotels uit de supermarkt waar geen room aan werd toegevoegd.

Suiker, vet en zout eten is niet ongezond. Te veel suiker, vet of zout eten is dat wel. En in onze maatschappij waar we ons niet dagelijks zorgen moeten maken of er wel eten zal zijn, hebben we de neiging om daar te veel van te eten. De regel blijft al een eeuw lang dezelfde: eet gevarieerd, niet te veel vlees en zoetigheden en eet vooral veel groenten en fruit. Waarom? Omdat groenten en fruit vullen zonder dat je veel energie opneemt en ondertussen neem je andere noodzakelijk stoffen op. Maar vooral: voor een gezond dieet moet je niet de raad van deze podcast volgen, maar vraag in de plaats raad aan je huisarts of een diëtist. Het enige punt dat ik hier wil maken is dat “processed food” of “biologisch voedsel” niets zeggen over de gezondheid van dat voedsel.

De impact van vet en suiker op onze gezondheid is enkel afhankelijk van de hoeveelheid dat we ervan eten, niet van hun herkomst. Op veel verpakkingen staat uitdrukkelijk “zonder toegevoegde suikers”, maar eigenlijk doet dat er helemaal niet toe, enkel de totale hoeveelheid suiker is belangrijk. Zo mag je redelijk veel druiven eten zonder er nadeel van te ondervinden, maar met rozijnen moet je toch opletten. Nochtans zijn rozijnen niets anders dan gedroogde druiven. En voor de liefhebbers van natuurlijk, kan je zelfs zongedroogde rozijnen kopen. De reden waarom je beter verse druiven dan rozijnen eet is gewoon omdat, door het droogproces, de concentratie van suiker in rozijnen veel groter wordt. Als je in je gerecht de suiker vervangt door rozijnen om het uiteindelijk even zoet te maken, dan maak je het gerecht daardoor niet gezonder. Ook suiker vervangen door honing of esdoornsiroop maakt een gerecht niet gezonder. De suiker in de rozijnen is even goed of slecht als suiker uit de raffinaderij die gewonnen is uit bieten of riet. Als je even veel suiker in totaal eet is het even slecht. Als je het echt niet kan laten om zoetigheid te eten, kan je beter overschakelen op aspartaam of sucralose. Deze stoffen smaken zoet, maar bevatten bijna geen energie.

Maar mensen willen geen chemicaliën in hun voedsel.

Ik ben sinds een tweetal jaar hobbybrouwer en haal heel veel informatie uit brouwfora op het internet. Over recepten om een bier te brouwen dat aanleunt bij dit of dat commercieel merk, of de finesses om net die of die aroma’s in je bier beter te laten uitkomen. Het is een heel boeiende wereld en het ganse brouw- en vergistingsproces is verrassend complex. Er komen heel veel chemische processen bij te pas die tijdens het maishen geïnitieerd worden door specifieke enzymen die in de mout vrij komen bij specifieke temperaturen. Daarbij kan in zo’n forum uitgebreid worden gediscuteerd over welke moleculen, lees chemische stoffen, er vrijkomen of gevormd worden in welke stappen van het proces. Er wordt gebakkeleid over Esters, Ethyl acetaat, Isoamyl propionaat, Butyl acetaat om bananensmaken, honing of fruitsmaken te bekomen en natuurlijk ook Ethanol.

Op een bepaald ogenblik was ik aan het zoeken om een zoet kersenbier te brouwen, wat niet eenvoudig is, want als je meer suiker in je bier doet, wordt het bier niet zoeter. De gisten zetten die suikers uit de kersen om in alcohol waardoor je bier straffer en zuurder wordt, maar niet zoeter. Dus moet je niet-vergistbare suikers toevoegen. Er zijn een aantal mogelijkheden: Melksuiker, maar daar moet je heel veel van toevoegen omdat het weinig zoet is, aspartaam of sucralose zijn ook mogelijk en ook stevia. Maar stevia geeft een ongewenste nasmaak. Maar de discussie op het forum toont aan hoe diep geworteld de naturalistische drogreden ons ingeprent is, want een aantal forumleden reageerden dat ze geen chemische stoffen in hun bier willen en dus tegen het toevoegen van aspartaam waren, ze verkozen Stevia. Maar net ervoor hadden ze al gediscuteerd over al die chemische stoffen die vrijkomen in het bier en plots willen ze geen chemische stoffen meer in hun bier… Maar dan zit je natuurlijk met een probleem, want alle materie bestaat uit chemische stoffen.

Biologisch geteelde tabak is even schadelijk voor je longen als andere tabak.

De Indiase bio-goeroe Vandana Shiva slaagde er in om de overheid van Sri lanka te overtuigen om vanaf april 2021 de import en het gebruik van conventionele landbouwkundige chemische stoffen, zowel kunstmest als pesticiden, te bannen.

Voor de ban was Sri lanka een netto exporteur van vele gewassen. Na de ban waren de boeren in staat om hogere verkoopsprijzen te vragen voor hun gewassen als gevolg van voedseltekorten, maar dat was niet voldoende om de hogere kosten en lagere opbrengsten te compenseren. Sri Lanka is een zeer vruchtbaar tropisch land dat twee seizoenen heeft om te oogsten. Tijdens het MAHA seizoen verloren de boeren 54% van hun normale opbrengst. In total verloren ze 95% van de opbrengsten in rijst, maïs, thee en verschillende groenten. 25% van de boeren overwogen om te stoppen met landbouw als deze politiek in 2022 zou verder lopen. Sri Lanka werd een netto importeur van voedsel en op verschillende plaatsen dreigde honger.

Gelukkig heeft de overheid in november van 2021 de maatregelen gedeeltelijk teruggedraaid.

En Vandana Shiva? Die loopt nog altijd op vrije voeten rond. Ze verspreid misinformatie over verhoogde zelfmoorden onder Indiase boeren die genetisch gewijzigde gewassen produceren, er is een film gemaakt over deze figuur en ze wordt op handen gedragen door bio-adepten.

Verse tomaatjes, paprika’s en pompoen uit je eigen stadstuintje, dat is niet alleen heel lekker, maar ook goed voor het milieu. Denk je toch. Uit onderzoek blijkt dat het net vervuilender is. Het zorgt voor zes keer meer CO2-uitstoot dan normale akkerbouw.

Kop van jut in voor de bioadepten is glyfosaat. Een product dat de Monsanto verkocht werd onder de merknaam Roundup. Er zijn rechtszaken aangespannen tegen Monsanto omdat glyfosaat kanker zou veroorzaken onder de boeren. Glyfosaat wordt ook door het IARC geclassificeerd onder de carcinogeen groep 2A. Dat klinkt heftig, maar het blijft toch belangrijk om na te gaan wat dat precies betekent. Groep 1 betekent “carcinogeen voor mensen”. Dat betekent dat er voldoende bewijs is dat het kanker veroorzaakt bij mensen. Voorbeelden van producten die in groep 1 zitten zijn, sigaretten (uiteraard), zonnebrand, alcoholgebruik. Groep 2A betekent “Mogelijks carcinogeen voor mensen, redelijk bewijs dat het carcinogeen is voor dieren”. Het bewijs voor mensen is laag. In deze groep zit niet alleen glyfosaat, maar ook rood vlees.

Je ziet onmiddellijk dat dit enkel gaat over hoe groot het bewijs is dat een stof kanker kan veroorzaken, maar het zegt niets over de sterkte van het effect, met andere woorden hoe groot de waarschijnlijkheid is dat je kanker krijgt van die stof. Zo sterft bijna 50% van de rokers aan de gevolgen van tabak, terwijl weinig mensen die matig alcohol drinken daar kanker van krijgt. Voor glyfosaat is aangetoond dat proefdieren meer kans op kanker krijgen als ze er zeer grote hoeveelheden van te eten krijgen. Maar wie gaat glyfosaat drinken alsof het limonade was? Bordelaise pap, een pesticide die in de biolandbouw wordt gebruikt, ga je toch ook niet opeten? Het is kopersulfaat. Enkele gram ervan eten is zeer schadelijk.

Er wordt zelfs beweerd dat glyfosaat autisme kan veroorzaken, of celiac. Zonder enig bewijs natuurlijk. Het schadelijke aan dit soort informatie is dat het erg veilige glyfosaat op veel plaatsen in de wereld verbannen wordt en vervangen wordt door alternatieven die veel schadelijker zijn, duurder en minder effectief.

Begrijp me niet verkeerd. Ik hou ook van de natuur. Ik geniet ervan om in een mooi landschap te verkeren en frisse buitenlucht te ademen. Het is rustgevend om door de bergen te wandelen en ik kan ervan genieten om een zeldzame vogel te spotten. Alleen: natuurlijk zegt niets over of iets goed of slecht is.

Ten slotte: Rousseau heeft ons ook goede dingen achter gelaten. Zijn essay Du Contrat Social lag aan de basis van de Verklaring van de rechten van de mens en de burger uit 1789.

Het citaat
Het citaat van vandaag komt van Jean Jacques Rousseau. We moeten de man toch ook een beetje in ere herstellen voor de zaken waar hij het ook goed had.

De onwetendheid heeft nooit kwaad gedaan; de dwaling alleen is noodlottig; men verdwaalt niet omdat men niet weet, maar omdat men denkt te weten.

Bronnen

De Naturalistische dwaling op Wikipedia

Jean-Jacques_Rousseau: Theorie van de natuurlijke mens

ourworldindata over de productiviteit van gewassen over de tijd.

Lees ook “De wereld red je niet met minder minder minder” van Jan Deschoolmeester en Thomas Rothier. De boekvoorstelling is in deze podcast verschenen https://www.kritischdenken.info/de-wereld-red-je-niet-met-minder-minder-minder-deel-1-van-3/ deel 2 en deel 3

Een tekst uit twee delen over “ultraprocessed food”: https://thecritic.co.uk/whos-afraid-of-upfs-part-1/ en https://thecritic.co.uk/whos-afraid-of-upfs-part-2/

Sri Lanka: Impact Assessment Study of 2021 Ban on Conventional Pesticides and Fertilizers

WikipediA over de mythe van verhoogde zelfdodingen onder boeren in India die gentech zaden gebruiken

Het citaat komt van hier

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.