Podcast: Download
Goeiedag, het is vandaag zondag 19 september 2010, ik ben Jozef Van giel en dit is de 65ste aflevering van deze podcast.
Vandaag lees ik een tekst voor die Johann Hari publiceerde in The Independent over islampolitiek en hypocrisie. De vertaling is van Rik Delaet en de muziek is van Niek Lucassen.
Voorgelezen wordt het artikel Islamists, their victims, and hypocrisy, zoals op 20 mei 2010 gepubliceerd in The Independent.
Op de dag dat we twee Al Qaeda leden een verblijfsvergunning gaven moesten twee andere jonge mensen voor de politie verschijnen om overgeleverd te worden aan mannen die hen zullen ombrengen.
Moet Brittannië asiel verlenen aan Islamitische fundamentalisten, terwijl mensen die moedig genoeg waren om zich te verzetten tegen het Islamisme naar hun dood worden teruggestuurd? Dit lijkt op het eerste gezicht een idiote vraag. Wie zou het in zijn hoofd halen zo’n beleid ook maar voor te stellen? Wie zou zoiets verdedigen? Maar de feiten laten zien dat we het elke dag doen.
Op de dag dat de Special Immigration Appeals Commission besliste om twee jonge Pakistanen, die beweerden lid te zijn van Al Qaeda, deze week in Londen te laten verblijven, wachtten twee andere jonge mensen op hun arrestatie door de politie om hen uit te leveren aan hun beulen. Hun “misdaad” is weerstand tegen Islamitisch fundamentalisme in naam van de mensenrechten.
Kiana Firouz is een 27-jarige jonge vrouw die in het Iran van na de revolutie opgroeide en zich langzaamaan realiseerde dat als ze ooit zou toegeven aan haar natuurlijke neiging om een andere vrouw te beminnen, ze zichzelf zou blootstellen aan een straf van honderd zweepslagen. Als ze het nog eens zou doen zou ze publiekelijk door ophanging worden terechtgesteld voor een joelende menigte. Maar Kiana was overtuigd dat de vrijheid om te beminnen belangrijker was dan haar eigen veiligheid. Ze verzette zich door een film te maken die aantoonde dat er in Teheran evengoed als elders homosexuele mensen leefden en dat die ook het recht hadden om vrij te leven en te beminnen. De politie begon haar te volgen en te bedreigen. Ze wist wat er met andere homo’s in Iran was gebeurd – een kogel, een gracht, een stenigende menigte – dus week ze uit naar Brittannië, een land dat voor haar synoniem was met vrijheid voor homo’s, en deed beroep op ons om haar leven te redden.
We weigerden. Het Home Office zei haar terug te gaan naar Iran en “discreet” te zijn over haar sexualiteit. Maar de wet in Iran geeft discrete lesbische vrouwen geen vrijgeleide. Ze worden evengoed gemarteld en ter dood gebracht.
Dr Amit is een 29-jarige Pakistaan die me vroeg zijn familienaam niet te vermelden om redenen die dadelijk zullen blijken. Hij groeide op in de Punjaab maar al sinds zijn jeugd vond hij de religie, die door staat, moskee en school meedogenloos werd gepromoot, absurd. Waar waren de bewijzen voor deze “God”? Waarom zouden we “Zijn” bevelen moeten volgen?
In 2008 begon hij online aan een reeks artikelen die de Islam en andere godsdiensten bekritiseerde. Hij wist dat mensen in de gevangenis werden geworpen, gefolterd en terechtgesteld omdat ze het hadden gewaagd Mohammed of de Koran of de macht van de geïnstitutionaliseerde Islam in Pakistan aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Maar ook hier weer was hij ervan overtuigd dat deze vragen moesten worden gesteld als er ook maar enige vooruitgang wilde mogelijk zijn. Hij wist dat de politie hem zou zoeken. Dus kwam hij naar een land waarvan hij de filosofische en intellectuele tradities van skepticisme tegenover religie hogelijk bewonderde en vroeg ons om zijn leven te redden.
Wij weigerden. We zegden hem terug te keren en “discreet” te zijn in zijn oppositie tegen religieus fundamentalisme. Maar zijn artikelen staan op het net zodat de niet-zo-geheime politie ze kan lezen en hem erom martelen. Tegen de tijd dat jullie dit lezen is hij al op een vliegtuig gezet. Hij zei me: “Ik zal onderduiken, mijn naam veranderen en met mijn vroegere kennissen geen contact meer opnemen in de hoop het te overleven. Ik ben doodsbang.”
Het gerecht heeft Kiana en Amit veroordeeld maar heeft tegelijkertijd gratie geschonken aan Abid Naseer en Ahmed Faraz die beweren sterk met Al Qaeda te sympathiseren. (Maar denk eraan: dit was een kafkaiaans proces waarbij de beklaagden niet eens mochten weten welke bewijzen er tegen hen werden aangebracht.) De rechters oordeelden dat ze niet naar Pakistan mochten worden gedeporteerd, omdat er een ernstig risico bestond dat ze gefolterd en terechtgesteld zouden worden door de Pakistaanse autoriteiten.
Laat ons even deze walgelijke twee maten en gewichten terzijde laten en, voor de argumentatie, veronderstellen dat het gerecht onpartijdig zou zijn in zijn voorkeur. Het lijkt van de pot gerukt dat we in Brittannië mensen moeten toelaten die alleen maar verachting hebben voor belangrijke verworvenheden van dit land als daar zijn vrijheid voor vrouwen, homo’s en vrijdenkers – en die hopen op een theocratie die dat allemaal onderuithaalt.
Waarmee ik niet wil zeggen dat dat verkeerd is. Zou je ooit een menselijk wezen uitleveren aan een folteraar die hem opwacht om hem aan te pakken met een snijbrander of een tang? Dat betwijfel ik. Onze regering mag dat ook niet doen. Hoe verachtelijk die mens ook mag zijn, hij moet tegen foltering en moord beschermd worden. Daarom kunnen we hen ook niet terugsturen – al zouden we hen natuurlijk voor het gerecht brengen van het ogenblik dat ze in moordcomplotten zouden zijn betrokken.
Dit zou tegenover het Islamisme geen zwaktebod zijn, het zou integendeel ware sterkte tonen. De Islamisten zeggen dat wij een lege materialistische huls van een maatschappij zijn, een bordeel dat alleen maar oog heeft voor het nastreven van zelfzuchtig genot. Op welke manier kunnen we dat beter weerleggen dan door te zeggen waarin we dan wel geloven. Wij geloven dat foltering absoluut fout is. Wij geloven daar zo sterk in dat zelfs jij, die ons haat en ons wil doden, ertegen in bescherming moet worden genomen.
Deze benadering is veel effectiever dan het neoconservatief gekrijs om waterboarding en bombardementen. Toen ik de groeiende beweging van jonge moslims in Brittannië, voormalige jihadisten en opgeleide zelfmoordterroristen, maar die zich nu bekeerd hadden tot democratische waarden, interviewde, viel één ding mij op. Telkens als wij ons gedroegen als de acteurs in een van Osama bin Ladens scheldtirades – door burgers te folteren en te doden in onwettelijke oorlogen – overtuigden we hen meer en meer dat hij gelijk had en besloten ze terug te slaan. Maar als we weigerden in dat script mee te gaan kwam twijfel opzetten.
Om één voorbeeld uit velen te geven: Majid Nawaz zat in de gevangenis wegens deelname aan een extreem islamistische samenzwering om de regeringen van Egypte en Pakistan omver te werpen en hun kernwapens buit te maken. Maar toen Amnesty International campagne voerde om hem tegen foltering te beschermen, realiseerde hij zich dat de “ongelovigen” hem ter hulp kwamen omdat ook wij strenge morele principes hadden. Nu is hij een van de meest welbespraakte vijanden van het Islamisme. Natuurlijk zullen niet alle Islamisten bekeerd worden – maar ze worden beroofd van hun krachtigste recruteringswerktuigen en intellectuele argumenten als wij ons oprecht verzetten tegen folter en moord.
Dus, ja, Naseer en Faraz moeten beschermd worden tegen hun beulen en hier worden berecht omdat dat het juiste handelen is en omdat we daardoor aantonen dat de door ons gevolgde liberale weg – in plaats van Bushitische waanzin – veruit beter is dan hun manier van handelen.
Maar als we besluiten om hen te beschermen hoe kunnen we dan besluiten om diegenen die moedig genoeg zijn om zich in Iran en Pakistan te verzetten tegen alles wat de Islamistische geweldenaars aan onschuldige mensen proberen op te dringen niet te beschermen? Het gaat hier niet alleen om fundamentele menselijkheid. Het is zelfs in ons eigen belang. Ook in de Moslim gemeenschap is er een botsing van ideeën tussen fundamentalisten en gezond denkende mensen, die er geen graten in zien om samen te leven met andersdenkenden. In het begin zullen de secularistische stemmen onderdrukt, schaars en verspreid zijn, zoals dat hier in het verleden ook is geweest. Maar gaandeweg zullen ze de fundamentalistische zekerheden doorprikken en laten doodbloeden. Hoe meer de fundamentalisten uitgedaagd worden – door hun eigen landgenoten en in hun eigen taal – des te veiliger wij ons kunnen voelen.
Stoute, moedige stemmen zoals die van Kiana en Amit ondermijnen het fundamentalisme meer dan duizend bommenwerpers, die voor zovelen alleen maar Bin Ladens gelijk aantonen. Door deze bewonderenswaardige dissidenten terug te sturen om te sterven verraden we hen niet alleen maar brengen we onszelf in gevaar.
Het citaat van vandaag is van Ayaan Hirsi Ali, die ik al in verschillende vorige afleveringen had ingeleid. Hirsi Ali zei:
“In een open samenleving is vanzelfsprekend plaats voor religie, maar dan wel als een religie die in vrijheid wordt beleden”
Tot de volgende keer.
Wees de eerste om te reageren