Podcast: Download
Alhoewel we er allemaal van overtuigd zijn dat we een vrije wil hebben, is dit slechts een illusie.Column: Why you don’t really have free will, door Jerry A. Coyne. Vertaald door Rik Delaet. Jerry A. Coyne is professor in de Afdeling Ecologie en Evolutie aan The University of Chicago. Zijn laatste boek heet Why Evolution is True, en zijn website is hier.
Misschien las je dit essay na het overlopen van andere artikelen op deze website. Als je in een hotel verbleef, besloot je misschien net wat je wilde voor ontbijt of wat voor kleren je vandaag ging dragen. Dat heb je niet. Misschien voel je je alsof je keuzes hebt gemaakt, maar in werkelijkheid was je beslissing om dit stuk te lezen of om eieren of pannenkoeken te bestellen lang bepaald voordat je er zelf van op de hoogte was – misschien zelfs voordat je vandaag wakker werd. En je ‘wil’ geen aandeel had in dat besluit. Zo is het ook met al onze andere keuzes: geen van hen is het resultaat van een vrije en bewuste keuze. Er is geen vrijheid van keuze, geen vrije wil. En die Nieuwjaarsvoornemens die je hebt gemaakt? Je had geen keus om ze te maken noch heb je de keus of je je eraan zal houden. Het debat over de vrije wil, lang alleen de bevoegdheid van filosofen, is nieuw leven ingeblazen door wetenschappers, in het bijzonder neurowetenschappers die bestuderen hoe de hersenen werken. En wat ze vinden, ondersteunt het idee dat de vrije wil een complete illusie is. De vraag of we een vrije wil hebben is geen ingewikkeld academisch debat meer over filosofie, maar een cruciale vraag waarvan het antwoord ons op vele manieren zal beïnvloeden: hoe we morele verantwoordelijkheid toekennen, hoe we criminelen gaan straffen, hoe we denken over onze religie en, het belangrijkste, hoe we onszelf zien – als autonoom of als automaat.
1. Wat is vrije wil?
Voor ik dat ga uitleggen, wil ik eerst zeggen wat ik bedoel met ‘vrije wil’. Ik bedoel het gewoon op de manier waarop de meeste mensen eraan denken: wanneer we geconfronteerd worden met twee of meer alternatieven, is het je mogelijkheid om vrij en bewust voor één ervan te kiezen, hetzij direct of na enig overleg. Een praktijktest van de vrije wil zou zijn: als je twee keer in dezelfde positie zou terechtkomen – als de band van je leven zou kunnen worden teruggespoeld naar het exacte moment waarop je een beslissing nam, waarbij alle omstandigheden in de aanloop naar dat moment dezelfde zijn en alle moleculen in het heelal op dezelfde manier geordend zouden zijn – je dan anders zou hebben gekozen. Nu is er geen manier om de band van je leven terug te spoelen om te zien of je echt andere keuzes kan maken in volledig identieke omstandigheden. Maar twee bevindingen wijzen erop dat een dergelijke vrije wil een illusie is.
De eerste is eenvoudig: wij zijn biologische wezens, verzamelingen van moleculen die moeten gehoorzamen aan de wetten van de fysica. Het hele succes van de wetenschap berust op de regelmatigheid van die wetten, die het gedrag van ieder molecuul in het heelal bepalen. Die moleculen maken natuurlijk ook de structuur van je hersenen – het orgaan dat ‘kiest’. En de neuronen en moleculen in je hersenen zijn het product van zowel je genen als van je omgeving, een omgeving met inbegrip van de andere mensen waar we mee omgaan. Herinneringen zijn bijvoorbeeld niets meer dan structurele en chemische veranderingen in je hersencellen. Alles wat je denkt, zegt of doet, wordt bepaald door die moleculen en de natuurkunde. ‘Echte vrije wil’ zou inhouden dat we ons op een of andere manier zouden kunnen losmaken van de structuur van onze hersenen en kunnen wijzigen hoe ze werken. Niets in de wetenschap laat zien hoe dat zou kunnen omdat ‘wij’ gewoon constructies zijn van onze hersenen. We kunnen geen nevelige ‘wil’ opleggen aan wat onze hersenen binnenkomt om dat wat er uitkomt aan besluiten en daden te beïnvloeden, net zomin als dat een geprogrammeerde computer zijn eigen programma kan beïnvloeden.
2. ‘Vleescomputers‘
Dat vertelt de neurobiologie ons: onze hersenen zijn slechts vleescomputers die als echte computers door onze genen en ervaringen worden geprogrammeerd om een stel inputs om te zetten in een vooraf bepaalde output. Recente experimenten met hersenscans tonen aan dat wanneer je ‘besluit’ om op een knop aan de linker- of rechterkant van een computer te drukken, de keuze kan worden voorspeld door de hersenactiviteit te meten en dit ten minste zeven seconden voordat je je bewust was van je keuze. (Deze studies maken gebruik van ruwe beeldvormende technieken op basis van de doorbloeding. Ik vermoed dat toekomstige inzichten in de hersenen ons zullen toelaten om veel van onze beslissingen veel eerder dan zeven seconden op voorhand te voorspellen.) Die ‘beslissingen’ werden niet bewust genomen. Als onze keuzes onbewust zijn, met sommige ervan al vastgelegd voordat we dachten dat we ze namen, dan hebben we in geen enkele betekenisvolle zin een vrije wil. Psychologen en neurowetenschappers tonen ook aan dat de ervaring van ‘wil’ zelf een illusie kan zijn die de evolutie ons heeft gegeven om onze gedachten, die voortvloeien uit onbewuste processen, en onze daden, die ook het gevolg zijn van onbewuste processen, met elkaar te verbinden. We denken dit omdat ons gevoel van iets te ‘willen doen’ door middel van hersenstimulatie, een psychische aandoening of psychologische experimenten kan worden gewijzigd, opgewekt of zelfs geëlimineerd. De onontkoombare wetenschappelijke conclusie is dat, hoewel we het gevoel hebben dat we personages zijn in het spel van ons leven die zelf al spelend hun rol herschrijven, we in werkelijkheid marionetten zijn die een script uitvoeren geschreven door de wetten van de fysica. De meeste mensen vinden dat idee ondraaglijk, zo krachtig is de illusie dat we zelf onze keuzes bepalen. Maar waar komen dan deze illusies van zowel ‘wil’ als ‘vrije wil’ vandaan? We weten het niet zeker. Ik vermoed dat ze producten zijn van natuurlijke selectie, omdat onze voorouders misschien niet zouden gedijen in kleine, harmonieuze groepen – de voorwaarden waaronder wij geëvolueerd zijn – als ze zich niet verantwoordelijk zouden voelen voor hun daden. Sociologische studies tonen aan dat als bij mensen het geloof in de vrije wil wordt ondermijnd, ze minder prosociaal gedrag en meer antisociaal gedrag gaan vertonen. Veel wetenschappers en filosofen accepteren nu dat onze daden en gedachten inderdaad door fysische wetten worden bepaald, en in die zin kunnen we niet echt vrij kiezen, maar filosofen verzonnen ingenieuze rationalisaties waarom we toch een soort vrije wil hebben. Het is allemaal gebaseerd op het herdefiniëren van ‘vrije wil’. Sommige filosofen beweren dat als we ons gedrag aanpassen aan de rede, we vrije wil hebben getoond. Maar natuurlijk zijn de woorden en daden van andere mensen gewoon milieu-invloeden die invloed kunnen hebben op onze hersenmoleculen. Zo begint liefde.
Andere filosofen beweren dat als we misschien niet in staat zijn om onze daden te kiezen, we ervoor kunnen kiezen om onze daden te weigeren – met andere woorden, we hebben geen vrije wil, maar wel een ‘vrije wil-niet’. Maar vanuit het oogpunt van de fysica is een actie doen of niet doen precies hetzelfde. In feite gebeurt dat in dezelfde gebieden van de hersenen.
Tot slot beweren sommige mensen dat we een vrije wil hebben als onze daden in overeenstemming zijn met onze persoonlijkheid en ons gedrag in het verleden. Maar dat zegt niets over de vraag of we onze daden ‘kiezen’. Alleen dat onze genetische opbouw en omgevingsfactoren onze daden op een consistente manier beïnvloeden. Zoals Sam Harris schreef in zijn boek Vrije Wil komen alle pogingen om het determinisme van de natuurkunde te harmoniseren met vrijheid van keuze neer op de bewering dat “een marionet vrij is in zoverre hij van zijn draden houdt”.
Zo niet, wat dan?
Als we dan geen vrije wil hebben, wat kunnen we dan doen? Een mogelijkheid is toegeven aan een wanhopig nihilisme en gewoon stoppen met iets te doen. Maar dat is onmogelijk, want ons gevoel van persoonlijke keuzevrijheid is zo overweldigend dat we geen andere keus hebben dan te doen alsof we kiezen, en verdergaan met ons leven. Iedereen heeft immers af te rekenen met het onverkwikkelijke feit van zijn eigen sterfelijkheid en doet dat meestal door het te negeren in plaats van er obsessief over te piekeren.
Er zijn twee belangrijke manieren waarop we met de afwezigheid van vrije wil moeten omgaan. Een daarvan is in de religie. Veel religies doen beweringen die steunen op de vrije keuze: Evangelische christenen zijn bijvoorbeeld van mening dat degenen die Jezus niet vrijelijk verkiezen als hun verlosser, naar de hel gaan. Zonder vrije keuze zijn deze religieuze leerstellingen – en het bestaan van een onstoffelijke ‘ziel’ – zinloos en wordt het post-mortem lot van alle gelovigen Calvinistisch bepaald door omstandigheden waarover ze geen controle hebben.
Maar het belangrijkste probleem is dat van de morele verantwoordelijkheid. Als we niet echt kunnen kiezen hoe we ons gedragen, hoe kunnen we mensen dan als moreel of immoreel beoordelen? Waarom nog criminelen straffen of weldoeners belonen? Waarom iemand verantwoordelijk houden voor zijn daden als die daden niet vrij gekozen zijn?
We houden al rekening met dit probleem door de verschillende behandeling van misdadigers als we denken dat hun misdaden het gevolg zijn van een vermindering van hun ‘keuze’ door factoren zoals psychische stoornissen, verminderde toerekeningsvatbaarheid of hersentumoren die agressie veroorzaken. Maar in feite verschilt de verantwoordelijkheid van die mensen niet van die van de ‘gewone’ misdadiger die iemand in een drugsoorlog doodschiet. In dat geval is de fysische oorsprong van zijn daad alleen maar minder duidelijk te omschrijven.
Maar we moeten doorgaan met straffen want dat zijn omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op de hersenen van niet alleen de crimineel zelf, maar ook van andere mensen. Het zien van iemand die in de gevangenis wordt gezet of zelf in de gevangenis gezet worden, kan je veranderen op een manier die het minder waarschijnlijk maakt dat je je in de toekomst slecht gaat gedragen. Zelfs zonder vrije wil kunnen we nog steeds gebruik maken van straf om slecht gedrag af te schrikken, de samenleving te beschermen tegen criminelen en betere manieren vinden om ze te rehabiliteren. Wat niet gerechtvaardigd is, is wraak of vergelding – het idee om misdadigers te straffen voor het maken van de ‘verkeerde keuze’. En goed gedrag moeten we blijven belonen, want dat verandert hersenen op een manier die meer goed gedrag bevordert.
Er zijn niet veel nadelen verbonden aan het opgeven van de notie van vrije wil. Het is hoe dan ook onmogelijk om te handelen alsof we hem niet hebben: je doet alsof je Nieuwjaarsvoornemens maakt en de wetten van de fysica zullen bepalen of je ze zal houden. En er zijn twee positieve kanten aan. De eerste is je bewust worden van het grote wonder en het mysterie van onze geëvolueerde hersenen en inzien dat dingen zoals bewustzijn, vrije keuze en zelfs het idee van ‘ik’ slechts overtuigende, door natuurlijke selectie gevormde illusies zijn. Verder zal het verlies van vrije wil ons empathischer maken, want we beseffen dat wij uiteindelijk allemaal, of we nu Marc Dutroux of Nelson Mandela heten, het slachtoffer zijn van omstandigheden – van de genen die ons werden toebedeeld en de omgevingen die we tegenkwamen. Met dat in het achterhoofd kunnen we aan een vriendelijker wereld gaan bouwen.
Het citaat van vandaag is van Richard Feynman, de grote fysicus en medegrondlegger van de kwantumfysica. Feynman zei:
Als het niet overeenkomt met de experimenten, is het verkeerd. Die eenvoudige stelling is de sleutel van de wetenschap. Het maakt geen enkel verschil hoe prachtig je gok ook is, hoe intelligent je bent, wie de gok maakte of wat zijn naam is. Als het niet overeenkomt met de experimenten is ’t fout. Dat is het enige dat erover te zeggen is.
Tot de volgende keer.
ok met het feit dat wij als mens geen vrije wil hebben, wat geenszins betekent dat we zouden gedetermineerd zijn !
of dat wij absoluut zonder verantwoordelijkheid voor onze dadan zouden zijn !
Bij recidive of in gevaarlijke situatie’s moet de maatschappij wel maatregelen nemen, maar eigenlijk niet straffen , denk ik dan
Bedankt voor je reactie, Lieven,
Volledig akkoord met jouw besluit. Beluister eventueel deze lezing van Farah Focquaert over rechtspraak en vrije wil. Zij is ook voorstander om wetsovertreders een behandeling te geven die het beste zijn voor de maatschappij in plaats van maatregelen die een soort van wraakneming zijn (zoals dat nu meestal is). http://www.kritischdenken.info/de-nacht-van-farah-focquaert/
Ik wil ingaan op een fragment van de tekst: Een praktijktest van de vrije wil zou zijn: als je twee keer in dezelfde positie zou terechtkomen . . . . je dan anders zou hebben gekozen.
Vragen: Als men hetzelfde gekozen had, zou dat een bewijs zijn van vrije wil of van onvrije wil? en WAAROM? Als men iets anders gekozen had, zou dat bewijs zijn voor vrije wil of onvrije wil ? WAAROM? Wat is onvrije wil? Gedetermineerd? Door wat? door het randomtoeval van neuronen stromen? Is dat experimenteel te bewijzen? Ik zou graag repliek krijgen, want als dit gedachtenexperiment zinloos is vind ik de volledige tekst niet relevant en waardeloos. Tenzij, er dus iemand is die mij, meer inzicht kan geven.
Dag Erik,
Ik volg ook jouw redenering. Ik denk ook dat het begrip “vrije wil” een zinloos begrip is omdat je ofwel over gedetermineerd gedrag spreekt (gedrag dat het direct gevolg is van een ketting van andere feiten en gebeurtenissen) waarbij je duidelijk niet van “vrije wil” kan spreken, ofwel gaat het over gedrag waarbij (een deel ervan) bepaald wordt door een random proces. Maar dan kan je ook niet spreken van vrije wil omdat ook daar de persoon niets bepaalt, maar wel het toeval.
Tegelijk, is het lastig om te zeggen dat een mens geen vrije wil heeft als zijn gedrag bepaald wordt door zo’n complexe samenloop van zaken (DNA, externe factoren, historie, omgeving….). Wat volgens mij zeker een punt is, is dat tot de conclusie komen dat men geen vrije wil heeft, de mens niet vrijspreekt van zijn verantwoordelijkheid.
Daniel Dennett is ook eerder deze mening toegedaan.
Ik ben wel niet akkoord met jouw standpunt dat zo’n discussie dan zinloos zou zijn, want een grote meerderheid van de mensen denkt dat er wel degelijk vrije wil is.
Maar ons idee over zaken als straf wel sterk kan beïnvloeden. Je moet misschien eens luisteren naar de opname van Farah Focquaert naar waar ik in mijn reactie hierboven gelinkt heb.
Antwoord aan Hr Jozef
Uw reactie op mijn tekst toont mij dat ik mij moet verduidelijken. Voor mij is de vraag of we een vrije wil hebben of niet, niet relevant. Mijn interesse gaat naar de inhoud van de tekst waar ik op reageerde. Ik twijfel er aan of de tekst aan de wetenschappelijke criteria voldoet en die toets kan doorstaan. Daarom dat ik graag antwoorden op mijn vragen zou krijgen.
Nog een boeiende tekst, te vinden via google; Is vrije wil falsificeerbaar? Van Thomas Camminga (pdf)
Groeten
Dag Erik,
Nogmaals bedankt voor jouw reactie.
Jaja, dat vind ik inderdaad een goede vraag. Ik denk ook niet dat het falsifieerbaar is. Het eerste probleem is dat het een slecht gedefinieerd begrip is.
De reden waarom we dit (en nog enkele afleveringen over vrije wil) op onze podcast gepost hebben was omdat het tot interessante filosofische discussies leidt, niet om het als een feit naar voor te brengen.
Het spijt me als de tekst de indruk geeft dat dit over een falsifieerbare stelling gaat. We in 2012 een opname gemaakt van een discussie tussen vier academici (2 filosofen, een psycholoog en en jurist) over het onderwerp. Ik denk dat het in die discussie duidelijk is dat er nog veel ruimte is voor onenigheid. http://www.kritischdenken.info/het-denkgelag-de-vrije-wil-deel-1-van-3/
Ik heb het bestand waar je naar verwijst gedownload. (hier is de link voor het geval andere bezoekers van deze pagina het willen vinden: https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/348290/Scriptie%20Thomas%20Camminga.pdf ) Ik lees het nog wel in detail, maar ik ben er al snel door gegaan en kom verschillende concepten tegen die in enkele van onze vernoemde afdelingen terug komen.
Hartelijk dank voor dit aangename ‘gesprek’